Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak: relatie BOPA en Natura 2000- respectievelijk Flora- en fauna-activiteit

De relatie tussen de Natura 2000-activiteit, (de Natura 2000-activiteit is geregeld in artikel 5.1, lid 1, onder e Ow), respectievelijk de Flora- en fauna-activiteit (de Flora- en fauna-activiteit is geregeld in artikel 5.1, lid 2, onder g Ow), en de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) komt aan de orde in een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 14 mei 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:3574.

7 June 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Vooropgesteld wordt dat het aan de aanvrager is om te bepalen wat wel en niet gelijktijdig met de BOPA wordt aangevraagd. De onlosmakelijkheid zoals die gold onder de Wabo, is onder de Omgevingswet komen te vervallen (zie artikel 5.7 Ow, waaruit volgt dat een omgevingsvergunning voor verschillende activiteiten zowel los als gelijktijdig kan worden aangevraagd).

Verzoekster heeft de Natura 2000-activititeit en de flora- en fauna-activiteit niet aangevraagd bij GS. In principe vallen deze activiteiten buiten de reikwijdte van de BOPA. Desondanks moet het college bij de beoordeling van ETFAL wel motiveren waarom deze twee activiteiten niet op voorhand de uitvoering van de aangevraagde vergunning onmogelijk maken. Dit betreft de uitvoerbaarheidstoets.

Afhankelijk van aard van het project en de impact daarvan op de fysieke leefomgeving kan het in het kader van de uitvoerbaarheidstoets nodig zijn om een Quickscan uit te (laten) voeren. De uitvoerbaarheidstoets gaat echter niet zo ver dat bij alle BOPA’s een Quickscan nodig is. In voorkomende gevallen kan het college in het kader van de uitvoerbaarheidstoets namelijk ook volstaan met een kwalitatieve beoordeling (een vergelijking van de oude en nieuwe situatie) voor deze aspecten.

In dit geval heeft het college de aspecten soortenbescherming en gebiedsbescherming kwalitatief beoordeeld. Voor het aspect gebiedsbescherming heeft het college overwogen dat de afstand tussen de projectlocatie en het met stikstof overbelaste Natura 2000-gebied de Veluwe op zijn minst 4,5 kilometer is en dat het zo’n kleinschalig project is, dat het niet aannemelijk is dat een vergunning nodig is voor de Natura 2000-activiteit, laat staan dat de eventueel benodigde vergunning op voorhand in de weg zou staan aan de uitvoerbaarheid van deze omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter kan dit volgen, te meer nu de woonunit ter vervanging van de huidige woning dient en in de gebruiksfase in zoverre geen extra stikstofuitstoot te verwachten is. Voor wat betreft de flora- en fauna-activiteit heeft het college gemotiveerd dat het hier gaat om een project waarvoor niet hoeft te worden gekapt en dat de woonunit wordt geplaatst op reeds afgegraven grond waarop een fundering is aangebracht. De containers en het meterkastgebouwtje komen op verharde grond. Voor deze tijdelijke vergunning hoeven ook geen spouwen te worden gesloopt. De voorzieningenrechter acht het gelet op het voorgaande met het college voldoende aannemelijk dat geen beschermde flora- en faunawaarden in het geding zijn, laat staan dat op voorhand duidelijk is dat de eventueel benodigde toestemming op voorhand in de weg staat aan deze omgevingsvergunning. Anders dan verzoekster meent, heeft het college in voorliggend geval in het kader van de uitvoerbaarheidstoets dus kunnen volstaan met een kwalitatieve beoordeling van de aspecten gebiedsbescherming en soortenbescherming en was een Quickscan niet benodigd.

Artikel delen