Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitzonderlijk geval waarbij beroepsgrond die bij last niet is aangevoerd toch aan de orde kon komen bij het invorderingsbesluit

Het komt niet vaak voor dat een beroepsgrond die ziet op de last onder dwangsom pas bij de invorderingsbeschikking naar voren mag worden gebracht. Deze uitspraak is een voorbeeld van een uitzonderlijk geval waarbij dit wel aan de orde was.

5 November 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen



Een belanghebbende kan in de procedure tegen de invorderingsbeschikking in beginsel niet met succes gronden naar voren brengen die hij tegen de last onder dwangsom naar voren heeft gebracht of had kunnen brengen. Dit kan alleen in uitzonderlijke gevallen. Een uitzonderlijk geval kan bijvoorbeeld worden aangenomen als evident is dat er geen overtreding is gepleegd of betrokkene geen overtreder is. Een ander uitzonderlijk geval kan de onuitvoerbaarheid van een last betreffen. De opgelegde last blijkt dan om technische of juridische redenen evident niet uitvoerbaar te zijn (ABRvS 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1405).

Zoals in het constateringsrapport is vastgesteld, staan de niet gesloopte buitenmuren op de erfgrens met de buren. [appellante] heeft het college binnen de begunstigingstermijn bij e-mailbericht van 14 augustus 2023 laten weten dat bij de uitvoering van de last is gebleken dat de buren geen toestemming willen geven voor de sloop van de mandelige muren en dat zij de last daarom niet volledig kan uitvoeren. Zij heeft het college verzocht om mee te denken over een oplossing daarvoor. Dat de buren als mede-eigenaar geen toestemming geven voor het afbreken van de buitenmuren blijkt ook uit de mailwisseling daarover van de buren met het college in september 2023.

Het college is in het invorderingsbesluit niet ingegaan op de door [appellante] in de zienswijze herhaalde onmogelijkheid om aan de last te voldoen, omdat [appellante] dit volgens het college tegen de last had kunnen inbrengen.

Aangezien de onmogelijkheid om de last uit te voeren pas bij de uitvoering v.d. last is gebleken, kan het [appellante] echter redelijkerwijs niet worden tegengeworpen dat zij dit niet al tegen de opgelegde last heeft aangevoerd. Het college heeft niet bestreden dat de buitenmuren mandelig zijn en de buren geen toestemming willen geven voor het afbreken ervan, maar heeft zich op het standpunt gesteld dat dit een privaatrechtelijke kwestie tussen [appellante] en de buren is. Daarmee heeft het college miskend dat de eigendomssituatie v.d. buitenmuren aan de uitvoerbaarheid van de last in de weg kan staan en dit een bijzondere omstandigheid kan zijn op grond waarvan het college van invordering had behoren af te zien. Het had dan ook op de weg van het college gelegen om te onderzoeken of daarvan in dit geval sprake is. Door dat niet te doen is het besluit niet met de benodigde zorgvuldigheid tot stand gekomen.

Artikel delen