Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vaststelling hogere geluidwaarden: het toepasselijke recht?

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) probeert sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 in haar uitspraken, met het oog op de rechtsvorming en de rechtspraktijk, uitleg en duiding te geven over de toepasselijkheid van het overgangsrecht bij nieuw te nemen omgevingsrechtelijke besluiten.

29 juni 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Op 5 juni 2024 heeft De Afdeling het bestemmingsplan ‘Draka Terrein Kamerkwartier’ vernietigd, omdat de gemeenteraad van Amsterdam – kort gezegd – geen goed zicht had op de risico’s van woningbouw naast een chemiebedrijf in het Kamerkwartier bij de vaststelling van het plan (ECLI:NL:RVS:2024:2324). Aan het bestemmingsplan lag onder meer het besluit van 7 juni 2021 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (het college) betreffende de vaststelling van hogere geluidwaarden (besluit hogere geluidwaarden) ten grondslag (artikel 11a van de Wet geluidhinder (Wgh, oud)). Ook dit besluit is door de Afdeling vernietigd. Het college moet daarom een nieuw besluit hogere geluidwaarden nemen.

De vraag rijst welk recht het college moet toepassen bij het nemen van het nieuwe besluit hogere geluidwaarden. In haar uitspraak van 5 juni 2024 heeft de Afdeling aanleiding gezien om een antwoord te geven op deze vraag.

Nieuw besluit hogere geluidwaarden: oud of nieuw recht?

Om de vraag te beantwoorden, begint de Afdeling met het schetsen van het relevante wettelijke kader (rechtsoverweging 53). Hieruit blijkt dat op een besluit tot het vaststellen van een hogere geluidwaarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van bestaande, in aanbouw zijnde of geprojecteerde woningen in zones langs wegen of rond industrieterreinen, waarvoor een aanvraag is ingediend of waarvan een ontwerp ter inzage is gelegd vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing blijft, totdat het besluit onherroepelijk is.

In het nieuw te nemen besluit hogere geluidwaarden moet het college dit echter doen voor gevallen die niet zijn voorzien door de wetgever, namelijk voor niet-projecteerde woningen. Nog niet-geprojecteerde woningen zijn nieuw te realiseren woningen waarvoor voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan waarin de realisatie van deze woningen voor het eerst wordt mogelijk gemaakt, hogere geluidwaarden worden vastgesteld.

De Afdeling komt tot de conclusie dat ook bij nieuw te nemen besluiten hogere geluidwaarden die betrekking hebben op niet-geprojecteerde woningen, net zoals bij bestaande, in aanbouw zijnde en geprojecteerde woningen, in zones langs wegen of rond industrieterreinen, het overgangsrecht geldt en het bevoegd gezag dus het oude recht moet blijven toepassen. Deze conclusie onderbouwt de Afdeling met een verwijzing naar de parlementaire geschiedenis van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet. Hieruit zou blijken dat het niet de bedoeling is geweest van de wetgever om voor nieuw te nemen besluiten hogere geluidwaarden die zien op niet-projecteerde woningen de Omgevingsrecht en bijbehorende omgevingsrechtelijke regels van directe toepassing te laten verklaren. Ook zou uit de parlementaire geschiedenis niet blijken dat geen overgangsrecht zou moeten gelden voor dergelijke gevallen.

Conclusie

De Afdeling komt dus tot de conclusie dat bij (nieuw te nemen) besluiten tot het vaststellen van hogere geluidwaarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting van nog niet-geprojecteerde woningen in zones langs wegen of rond industrieterreinen waarvoor een aanvraag is ingediend of waarvan een ontwerp ter inzage is gelegd vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, het recht zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft, totdat het besluit onherroepelijk is. Dit betekent dat het college bij het nieuw te nemen besluit hogere geluidwaarden het oude omgevingsrecht moet toepassen.

 

Deze bijdrage is ook gepubliceerd in de Nieuwsbrief Omgevingsrecht van SDU.

Artikel delen