Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Verzoek om politiecontrole is geen Awb-aanvraag

Wat als je constateert dat weggebruikers in jouw straat massaal de verkeersregels negeren? Kan je dan een handhavingsverzoek indienen bij de gemeente? Nee, zegt de Afdeling in een uitspraak van 8 oktober 2025.

20 October 2025

Samenvatting

Samenvatting

De zaak gaat over een smal landweggetje in het buitengebied van Wehl, gemeente Doetinchem. Deze is krachtens een verkeersbesluit sinds 9 augustus 2017 gesloten verklaard voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van bestemmingsverkeer. Blijkbaar werd de weg echter nog steeds veelvuldig gebruikt door niet-bestemmingsverkeer (een snelle blik op Google Maps doet blijken dat het geen doodlopende weg is). Appellant diende daarom een verzoek in bij het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem om handhavend op te treden tegen deze wegmisbruikers. Toen daar niet adequaat op werd gereageerd, diende appellant een ingebrekestelling en een beroep wegens niet tijdig besluiten in. Met succes: de rechtbank Gelderland merkte de brief van appellant aan als een verzoek om handhavend op te treden en daarmee als een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Awb.

Daar gaat de Afdeling niet in mee. Beoordeeld moet worden of appellant heeft verzocht om een besluit te nemen; alleen dan is sprake van een aanvraag. Volgens de Afdeling komt het verzoek erop neer om ter plaatse controles uit te voeren en mogelijke overtredingen te bestraffen. Het verrichten van controles is een feitelijke handeling. Daarnaast gaat het niet om een verzoek om tegen een concrete overtreding van een wettelijk voorschrift op te treden door het opleggen van een bestuurlijke sanctie. Met andere woorden: er is niet om een besluit gevraagd en dus is geen sprake van een aanvraag en daarmee ook niet van niet tijdig besluiten.

Deze benadering van de Afdeling overtuigt ons niet geheel. Dat naar aanleiding van een handhavingsverzoek een controle wordt uitgevoerd alvorens handhavend op te treden, is immers meer dan gebruikelijk. Dat strookt ook met het zorgvuldigheidsbeginsel. Mogelijk ligt het zwaartepunt van de redenering meer bij het tweede argument: er wordt geen concrete overtreding genoemd waartegen handhavend kan worden opgetreden. De consequentie van die redenering zou echter zijn dat burgers geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming kunnen krijgen tegen een overheid die niet optreedt tegen regelmatige, steeds (in potentie) door andere personen begane overtredingen. Dat type overtredingen zal met name voorkomen in het verkeers- en openbare-orderecht. Dit zijn ook twee bestuursrechtelijke gebieden waar de handhaving met name plaatsvindt door de politie.

Wellicht wil de Afdeling met deze lijn de mogelijkheid beperken om inzet van de (schaarse) politiecapaciteit via de bestuursrechter af te dwingen met een beroep op de beginselplicht tot handhaving. Wij plaatsen er echter vraagtekens bij om dit op formele gronden af te wijzen, in plaats van inhoudelijk te toetsen waarom de gemeente die capaciteit hier niet voor wil inzetten. Als de overheid regels opstelt, mag immers verwacht worden dat zij er ook voor zorgt dat men zich aan die regels houdt, zeker als daarbij belangen van andere burgers in het geding zijn.