Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vliegen met modelvliegtuigen: ziet bestemmingsplan ook toe op het luchtruim?

In de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 11 augustus 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:7287 is de afwijzing van handhavingsverzoeken vanwege de vliegactiviteiten van derde-partij met modelvliegtuigen aan de orde.

11 August 2025



De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat het vlieggebied dat op grond van de maatwerkvoorschriften van 11 september 2019 is aangewezen, groter is dan de gronden met de bestemming ‘Sport’. Dat betekent dat een deel van het volgens de maatwerkvoorschriften aangewezen vlieggebied is gesitueerd boven gronden met de bestemming ‘Agrarisch’. Vast staat verder dat de percelen van eisers zich niet binnen het aangewezen vlieggebied bevinden.

De rechtbank stelt verder vast dat het opstijgen en landen van modelvliegtuigen binnen de bestemming ‘Sport’ van het bestemmingsplan rechtstreeks is toegestaan. Dit is ook tussen partijen niet in geschil.

De rechtbank volgt eisers niet in hun betoog dat uitsluitend boven gronden met de bestemming ‘Sport’ mag worden gevlogen. Daartoe stelt de rechtbank voorop dat uit vaste rechtspraak volgt dat een planregel omwille van de rechtszekerheid letterlijk moet worden uitgelegd, nu de rechtszekerheid vereist dat van wat in het bestemmingsplan is bepaald, kan worden uitgegaan.

In dit geval is in artikel 3.1 van de planregels opgenomen dat “de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden bestemd zijn voor (...)”. Gelet op een letterlijke uitleg leidt de rechtbank hieruit af dat alleen het gebruik van de gronden en dus niet (ook) het luchtruim onder deze planregel valt. Vast staat dat het stijgen en landen van de vliegtuigen alleen binnen de bestemming ‘Sport’ en niet binnen de bestemming ‘Agrarisch’ van het bestemmingsplan plaatsvindt. Gelet daarop heeft verweerder terecht geconcludeerd dat geen sprake is van een overtreding van de planregels uit het bestemmingsplan.

De door eisers aangehaalde uitspraken van de ABRvS (ECLI:NL:RVS:2010:BO2731, ECLI:NL:RVS:2018:115, ECLI:NL:RVS:2022:999 en
ECLI:NL:RVS:2023:3860) leiden de rechtbank niet tot een ander oordeel. In de uitspraak van de Afdeling van 3 november 2010 gaat het namelijk om de legalisering van het bestaande gebruik van een weiland voor het vliegen met ongemotoriseerde en gemotoriseerde modelvliegtuigen en modelhelikopters. Daarbij gaat het om het gebruik van de gronden als terrein voor modelvliegsport, en niet om het luchtruim boven dat perceel.

Artikel delen