Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vrijstelling bestemmingsplan is na verlenen bouwvergunning uitgewerkt en kan niet opnieuw worden gebruikt voor daarbinnen passend bouwplan

In haar uitspraak van 23 april 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:1821) oordeelt de Afdeling dat het college van burgemeester en wethouders (“college”) bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning ten onrechte gebruik heeft gemaakt van een vijftien jaar eerder verleende vrijstelling van het bestemmingsplan. De op grond van art. 19, tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening (“WRO”) verleende vrijstelling bood de mogelijkheid om in afwijking van het bestemmingsplan twaalf bouwkavels te realiseren.

30 April 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Voor de in deze zaak betrokken bouwkavel heeft het college op basis van de vrijstelling destijds een bouwvergunning verleend die, nadat bleek dat deze niet werd uitgevoerd, jaren later weer is ingetrokken. Recent heeft het college de vrijstelling, voorzien van een geactualiseerde ruimtelijke onderbouwing, opnieuw ingezet voor het verlenen van de (thans bestreden) omgevingsvergunning. De Afdeling overweegt dat een vrijstellingsbesluit geen voortdurende werking heeft (vgl. de Afdelingsuitspraken van 24 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2989 en 15 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1035). Dit betekent volgens de Afdeling dat als eenmaal een vrijstelling met bouwvergunning is verleend, op basis van dezelfde vrijstelling geen bouwvergunning voor een ander bouwplan kan worden verleend, ook al past dat bouwplan binnen de eerder verleende vrijstelling (vgl. de Afdelingsuitspraak van 25 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:889). De Afdeling concludeert dat ten tijde van het verlenen van de bestreden omgevingsvergunning voor de bouw van een woning geen betekenis meer toekwam aan het vrijstellingsbesluit, zodat het college het vrijstellingsbesluit ten onrechte ten grondslag heeft gelegd aan het bestreden besluit. 

Artikel delen