Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Was de last (onder dwangsom) voldoende duidelijk over welke (niet-agrarische) goederen precies moesten worden afgevoerd?

De Afdeling stelt verder vast dat er ten tijde van de besluitvorming tussen partijen geen overeenstemming was over de vraag welke goederen op het perceel als "niet-agrarische goederen" moeten worden aangemerkt. Het college heeft hierover op de zitting toegelicht dat het de te verwijderen niet-agrarische goederen in de besluiten niet heeft gespecificeerd vanwege de grote hoeveelheid opgeslagen spullen waarvan de samenstelling fluctueerde.

9 July 2025

Samenvatting

Samenvatting



De Afdeling stelt voorop dat in een geval als dit, waarin het gaat om een grote hoeveelheid opgeslagen spullen waarvan de samenstelling fluctueert, niet vereist is dat ieder afzonderlijk item in de last wordt geduid. Dat neemt niet weg dat zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (ECLI:NL:RVS:2023:1141), het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat een last zo duidelijk en concreet geformuleerd wordt dat degene tot wie de last is gericht niet in het duister hoeft te tasten over wat gedaan of nagelaten moet worden om de overtreding te beëindigen.

Volgens de ABRvS heeft het college niet deugdelijk gemotiveerd welke van de zich ten tijde van de oplegging van de lasten op het perceel bevindende goederen als te verwijderen niet-agrarische goederen moeten worden aangemerkt. Daarbij is in aanmerking genomen dat [appellant] zich steeds op het standpunt heeft gesteld dat een groot deel van de zich op het perceel bevindende goederen kunnen worden gebruikt ten behoeve van het agrarisch bedrijf.

Dat het college in een brief voorbeelden heeft genoemd van zaken die verwijderd moeten worden, zoals de rechtbank in aanmerking heeft genomen, maakt niet dat de lasten voldoende duidelijk zijn.

Nog daargelaten dat deze brief dateert van na het opleggen van de lasten, stelt de Afdeling vast dat een deel van deze zaken - onder meer een visbootje, twee oldtimers, een caravan, een partij steigermateriaal, een partij ijzeren pijpen, verschillende machines en een betonmolen - volgens de door het college in hoger beroep overgelegde lijst van goederen op het perceel mag blijven staan. Uit deze lijst, die op 2 september 2024 aan [appellant] is toegezonden, leidt de Afdeling af dat het college deze goederen niet langer als niet-agrarische goederen als bedoeld in de last aanmerkt. In dit licht bezien moet worden geoordeeld dat het voor [appellant] onvoldoende duidelijk was welke goederen hij van zijn perceel moest verwijderen om verbeurte van een dwangsom of toepassing van bestuursdwang te voorkomen.

De last onder dwangsom en last onder bestuursdwang zijn in zoverre genomen in strijd met art. 5:32a, lid 1 Awb.

Artikel delen