Vanwege een discrepantie tussen de wettekst van de Invoeringswet Omgevingswet en de memorie van toelichting zijn handhavingsjuristen op het verkeerde been gezet. De vraag is wat het rechtsgevolg is als ten onrechte het nieuwe recht is toegepast als de overtreding onder het oude recht en de Ow hetzelfde is.

De Afdeling heeft in de overzichtsuitspraak van 3 juli 2024, overwogen dat als een bestuursorgaan ter voorbereiding van een bestuurlijk sanctiebesluit – – vóór 1 januari 2024 toepassing heeft gegeven aan art. 4:8 Awb op het bestuurlijk sanctiebesluit oud recht van toepassing is. Dit geldt ook als het sanctiebesluit zelf na 1 januari 2024 is genomen. Dit volgt ook uit de artt. 4.5 en art. 4.23 van de Invoeringswet Ow.
[eiser 1] is in de brief van het college van 21 november 2023 in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen op het voornemen tot handhavend optreden. Dat betekent dat op de last onder dwangsom en het bestreden besluit oud recht van toepassing is. De rb. constateert dat de last onder dwangsom en het bestreden besluit is gebaseerd op de Ow. Dat is onjuist. Dit is een gebrek in het bestreden besluit en dit besluit moet dan ook worden vernietigd.
Dit betekent echter niet automatisch dat de rechtsgevolgen van de opgelegde (herstel)sanctie niet in stand kunnen blijven. Het college heeft namelijk de last opgelegd, omdat de recreatiewoning wordt gebruikt in strijd met de planregels en de bestemming die aan de recreatiewoning is toegekend. Die planregels en bestemming zijn met de inwerkingtreding van de Ow niet gewijzigd. De conclusie is dat de materiële normstelling bij de vergelijking tussen oud en nieuw recht niet is gewijzigd en dat de toepassing van oud recht niet leidt tot een andere last. Daarom zal de rechtbank nagaan of de opgelegde last onder dwangsom inhoudelijk in stand kan blijven.
Het beroep is gegrond, omdat het bestreden besluit is genomen op basis van nieuw recht in plaats van oud recht. Omdat het college de last onder dwangsom wel heeft mogen opleggen, laat de rb. de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand. Dit betekent dat de opgelegde last onder dwangsom in stand blijft.
Dit is weer een uitspraak waarbij het gebrek inzake het toepasselijke recht weer wordt gepasseerd. Eerder deed de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:3989) een andersoortige uitspraak en vernietigde het ten onrechte met de Ow voorbereide besluit wel. De rechtsgevolgen werden niet in stand gelaten:
Overgangsrecht Omgevingswet handhaving: verkeerde recht toegepast, gebrek toch weer gepasseerd