Appellanten wilden een zonnepark realiseren op een agrarisch perceel in Enter, gemeente Wierden, en hadden daartoe een aanvraag ingediend om een nieuw bestemmingsplan vast te stellen dat de realisatie van dit zonnepark mogelijk maakte. Het ontwerpbestemmingsplan was ter inzage gelegd op 12 juli 2018. Op 2 april 2019 had de raad van Wierden echter een nieuw beleidskaders ‘Grootschalige Duurzame Energie in Wierden’ vastgesteld, waarin onder andere inspanningsverplichtingen ten aanzien van participatie en communicatie waren opgenomen. Appellanten hadden volgens de raad niet voldaan aan deze inspanningsverplichtingen, waardoor de raad op 31 mei 2022 besloot het bestemmingsplan niet vast te stellen.
De Afdeling begint met haar standaardoverweging, dat het ontbreken van maatschappelijk draagvlak voor een ontwikkeling geen reden kan zijn voor het weigeren van planologische medewerking. Op grond van gemeentelijk beleid kan echter van een initiatiefnemer worden verwacht dat hij bepaalde inspanningen levert ten aanzien van het informeren van omwonenden en het vergroten van draagvlak. Dat kon volgens de Afdeling in dit geval echter niet leiden tot een weigering om het bestemmingsplan vast te stellen. Het nieuwe beleidskader bevatte namelijk verplichtingen over communicatie en participatie in de fase voorafgaand aan de formele planologische procedure. Aangezien het ontwerpbestemmingsplan al vóór inwerkingtreding van het beleidskader ter inzage was gelegd, konden aan appellanten niet met terugwerkende kracht deze inspanningsverplichtingen worden opgelegd. De raad moet een nieuw besluit nemen met inachtneming van de uitspraak.
(Het ontbreken van) participatie en draagvlak was, ook al voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, een veelgehoord argument in bestemmingsplanprocedures. In verreweg de meeste gevallen zijn het omwonenden die zich daarop beroepen, maar in een enkel geval, zoals hier, is het juist het bestuursorgaan dat weigert mee te werken aan een project omdat de initiatiefnemer de buurt onvoldoende heeft betrokken. Zoals gezegd is vaste rechtspraak dat draagvlak voor een ontwikkeling in ieder geval niet kan worden geëist. Het ontbreken van voldoende participatie kon alleen aan een weigering ten grondslag worden gelegd, als dat vereist werd door specifiek beleid. Het is nog afwachten op een uitspraak van de Afdeling over de participatieverplichtingen uit de Omgevingswet; met name zal interessant zijn hoe de Afdeling de verplichte participatie bij een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (artikel 16.55, zevende lid, Omgevingswet) uitlegt.