Bij besluit van 27 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan In2Retail een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een geldautomaat in de voorgevel van het gebouw op het perceel Ferdinand Bolstraat 8-H in Amsterdam.

Het college heeft bij de gemaakte afweging van belang geacht dat toeristische voorzieningen kunnen leiden tot de ontwikkeling van een monocultuur aan winkels en voorzieningen en druk kunnen uitoefenen op de functiemenging in het stadsdeel. De Afdeling ziet, anders dan In2Retail aanvoert, geen grond voor het oordeel dat het college het tegengaan van deze ontwikkelingen, die gevolgen kunnen hebben voor het woon- en leefklimaat in het stadsdeel, niet heeft kunnen betrekken in de ruimtelijke afweging. De Afdeling overweegt in dit verband dat de leefbaarheid van de stad een ruimtelijk relevant aspect is. Vergelijk in dit verband de uitspraak van de Afdeling van 15 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1075 (onder 16.1 en 16.2).
Het voorgaande laat echter onverlet dat het college wel moet onderbouwen dat de beoogde geldautomaat als een toeristische voorziening moet worden gezien en dat de geldautomaat bijdraagt aan de ontwikkeling van een monocultuur en druk kan uitoefenen op de functiemenging in het stadsdeel, hetgeen het college onwenselijk acht. Het college heeft die onderbouwing, zoals In2Retail aanvoert, niet gegeven. Het heeft volstaan met de stelling dat de te plaatsen geldautomaat als een toeristische voorziening moet worden gezien en dat toeristische voorzieningen, kort gezegd, vanwege hun invloed op het winkel- en voorzieningenaanbod, onwenselijk zijn. De Afdeling acht in dit kader van belang dat een geldautomaat niet in zijn algemeenheid als een toeristische voorziening kan worden aangemerkt en dat In2Retail heeft onderbouwd waarom de door haar te plaatsen geldautomaat niet als een toeristische voorziening moet worden gezien. Het college heeft daar niets tegenover gesteld.
De Afdeling overweegt verder dat het college de veiligheidsrisico's van geldautomaten weliswaar als een relevant aspect mag meenemen in de belangenafweging, maar dat uit de gemaakte belangenafweging niet blijkt dat daarbij is betrokken het betoog van In2Retail dat de door haar te plaatsen geldautomaat aan dezelfde veiligheidseisen voldoet als bijvoorbeeld de geldautomaten van Geldmaat en op andere locaties in de gemeente, waar ook woningen zijn, geldautomaten wel mochten worden geplaatst.