Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wijzigen begrenzing bebouwde kom ter bescherming van houtopstanden vereist onder Wnb geen onherroepelijk vastgesteld bestemmingsplan

Uit de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 20 mei 2025 (ECLI:NL:RBMNE:2025:2319) volgt dat voor het op grond van de Wet natuurbescherming (“Wnb”) kunnen wijzigen van de grenzen van de bebouwde kom ten behoeve van de bescherming van houtopstanden ten minste een bestemmingsplan moet zijn vastgesteld dat voorziet in de planologische uitbreiding van het stedelijk gebied. Niet vereist is dat dit bestemmingsplan ook onherroepelijk is.

27 May 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Aanleiding voor dit oordeel was een geschil over het besluit van de gemeenteraad (“raad”) tot vaststellen van de Kaart Bebouwde Kom Wet natuurbescherming, waarmee de raad de begrenzing van de bebouwde kom voor de bescherming van houtopstanden heeft gewijzigd (art. 4.1, aanhef en onder a, Wnb). De rechtbank overweegt, in lijn met eerdere rechtspraak (vgl. de Afdelingsuitspraak van 20 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1710 en de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant van 27 juni 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:3110), dat een dergelijke aanwijzing kwalificeert als een concretiserend besluit van algemene strekking en (dus) rechtstreeks appellabel is. Volgens de stichting die tegen dit besluit in beroep was gekomen had de raad niet eerder mogen besluiten tot de grenswijziging dan nadat het bestemmingsplan dat voorziet in de uitbreiding van het stedelijk gebied onherroepelijk was geworden en de voorziene verstedelijking daadwerkelijk gerealiseerd. De rechtbank overweegt dat de Wnb noch de daarvoor geldende Boswet het begrip ‘bebouwde kom’ definieert. Ook de wetsgeschiedenis bevat geen aanknopingspunten voor de uitleg van dit begrip, behalve dat daaronder niet hetzelfde wordt verstaan als onder het begrip bebouwde kom in de Wegenwet. De rechtbank stelt vast dat de Ow met de mogelijkheid tot aanwijzen van een ‘bebouwingscontour houtkap’ wel voorziet in een regeling voor de vaststelling van de grenzen van de bebouwde kom (art. 5.165b Besluit kwaliteit leefomgeving in samenhang gelezen met art. 11.111, tweede lid, aanhef en onder a Besluit activiteiten leefomgeving). Deze bebouwingscontour houtkap dient namelijk steeds op basis van ruimtelijke afwegingen aansluitend op stedelijk gebied te worden bepaald. Omdat onder de Ow een in een ontwerp-omgevingsplan voorziene uitbreiding van stedelijk gebied tegelijkertijd een wijziging van deze bebouwingscontour met zich brengt, volgt de rechtbank het betoog van de stichting dat wijziging van de bebouwde komgrenzen pas mogelijk is na het onherroepelijk worden van een planwijziging niet. Tegelijkertijd moet naar het oordeel van de rechtbank ten tijde van de vaststelling van een uitbreiding van de bebouwde kom wel tenminste een bepaalde mate van zekerheid bestaan dat de uitbreiding van het stedelijk gebied ook planologisch kan worden gefaciliteerd. De rechtbank concludeert dat een op de Wnb gebaseerd besluit tot uitbreiding van de bebouwde kom daarom niet eerder kan worden genomen dan het moment waarop een bestemmingsplan dat voorziet in een planologische uitbreiding van het stedelijk gebied wordt vastgesteld. 

Artikel delen