Appellant had de gevel van zijn voormalige woning wit geschilderd. Het college van Bronckhorst hadden appellant een last onder dwangsom en gelast om de witte verflaag van de gevel te verwijderen. Volgens het college was sprake van een welstandexces.
De rechtbank ging eerder niet mee met het college en vernietigde het bestreden besluit. De Afdeling oordeelde dat wel sprake was van een welstandexces. In de welstandsnota van de gemeente Bronckhorst staat dat het college kan ingrijpen wanneer een bouwwerk in ernstige mate in strijd is met de redelijke eisen van welstand. Er is dan sprake van een welstandsexces. Het college moet kunnen verwijzen naar specifieke criteria in de welstandsnota in het geval van een welstandsexces. Eén van die criteria is het ontkennen of vernietigen van architectonische kernwaarden of bijzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk. In het welstandsadvies stond dat door het wit schilderen het metselwerk als streekeigen gevelmateriaal niet meer zichtbaar was. Ook de textuur van de gevel was niet meer zichtbaar waardoor de gevel “vlak” toonde. Verder waren de verschillen in kleurstelling van metselwerk niet meer zichtbaar waardoor de hiërarchische opbouw van de gevel grotendeels verloren was gegaan, zo staat in het welstandsadvies.
De Afdeling oordeelde dat met het advies was onderbouwd waarom bepaalde architectonische kernwaarden of bijzonderheden van de gevel door het wit verven ervan niet meer zichtbaar zijn of verloren zijn gegaan. Hierdoor was er volgens de Afdeling sprake van een welstandsexces.
Bij een welstandsexces moet het doorgaans gaan om buitensporigheden in het uiterlijk, die ook voor niet-deskundigen duidelijk zijn. Bekende voorbeelden zijn de zaken ‘Jezus Redt’ en het geelgroene huis in Den Helder. In deze zaak was een gevel wit geverfd, zoals dat wel vaker gebeurt. Ook dat kan blijkens de uitspraak van de Afdeling een welstandexces opleveren.