Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. In deze nieuwe wet worden (delen van) 26 wetten met betrekking tot ruimtelijke ordening, bouwen en milieu samengevoegd. De meer dan 100 AMvB’s die het omgevingsrecht nu kent worden samengebracht tot vier AMvB’s. Dit heeft consequenties voor de werkwijze binnen het omgevingsdomein. Niet alleen de regels veranderen, maar ook de manier van werken. Het is dus belangrijk dat iedereen die werkt binnen het omgevingsdomein goed voorbereid is op de nieuwe Omgevingswet.
Waarom is de Omgevingswet ingevoerd? De Omgevingswet formuleert vier belangrijke veranderdoelen die dit duidelijk maken:
De huidige regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening is versnipperd en complex. Het is voor burgers en bedrijven lastig om inzicht te krijgen in welke regels van toepassing zijn op een bepaald gebied. Dit leidt tot vertragingen en onduidelijkheid bij bouwprojecten en andere ruimtelijke ontwikkeling. De Omgevingswet moet veel verschillende wetten vervangen, waardoor het omgevingsrecht flexibeler en overzichtelijker wordt.
De Omgevingswet stelt de fysieke leefomgeving centraal in beleid, besluitvorming en regelgeving. Het gaat erom dat verschillende elementen in de leefomgeving niet los van elkaar te zien zijn, en dus ook samen behandeld moeten worden. Het nieuwe instrument de omgevingsvisie stimuleert integraal denken en handelen, waarbij niet alleen naar de ruimtelijke aspecten wordt gekeken, maar ook naar andere aspecten zoals gezondheid, veiligheid en duurzaamheid
‘Decentraal wat kan, centraal wat moet.’ Er komt ruimte om regionale uitdagingen aan te pakken, door de decentralisering onder de Omgevingswet. Gemeenten krijgen meer vrijheid om hun eigen ruimtelijk beleid vorm te geven. Hierdoor kunnen lokale overheden beter inspelen op de specifieke behoeften en omstandigheden van hun gebied. In de omgevingsvisie legt elke gemeente de eigen langetermijnvisie voor de fysieke leefomgeving vast. In het omgevingsplan is ruimte voor decentrale planregels die de gemeente zelf kan opstellen.
Onder de Omgevingswet zou het aanvragen van vergunningen sneller en overzichtelijker worden. Een kortere procedureduur bij het aanvragen en wijzigen van bestemmingsplannen en één digitaal loket moeten hiervoor zorgen. Vergunningaanvragen worden direct aan alle regels getoetst. Dit wordt geregeld via het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Dit zou tevens minder onderzoekslasten voor bedrijven betekenen.
Naast de belangrijkste verbeterdoelen, zijn er ook twee maatschappelijke doelen geformuleerd: de Omgevingswet maakt meer aandacht voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving mogelijk. Gemeentes krijgen meer ruimte om hier een eigen invulling aan te geven in de omgevingsvisie en het omgevingsplan.
De Omgevingswet introduceert verschillende nieuwe instrumenten die ingezet kunnen worden om beleid te formuleren, besluitvorming te sturen en de uitvoering te reguleren. Een aantal belangrijke instrumenten zijn:
Daarnaast zijn er meer nieuwe instrumenten, zoals het programma, het projectplan en algemene rijksregels. Lees hier meer over de inzet van enkele instrumenten.
De Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024. Sommige teksten zijn nog in ontwikkeling en worden bijgewerkt op basis van oefenprojecten. Bekijk hier de meest recente teksten van de Omgevingswet en bijbehorende regelgeving.
De Omgevingswet is meerdere keren uitgesteld. Op 26 april 2016 werd de wet al gepubliceerd in het Staatsblad. De wet werd verondersteld in 2019 in werking te treden, maar deze geplande invoeringsdatum is elk jaar verschoven. Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft 14 maart 2023 voor invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 gestemd. In juni 2023 is daarom een nieuwe Roadmap opgesteld: Hoofdroute 2024 (Aan de slag met de Omgevingswet). Die brengt de belangrijkste stappen in beeld die nodig zijn voor een zorgvuldige en verantwoorde inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Er zijn ook zorgen over de Omgevingswet. Sommige critici zijn bang dat de decentralisatie van bevoegdheden leiden tot verschillen in beleid en uitvoering tussen gemeenten en provincies. Ook is er bezorgdheid over de capaciteit en kennis van lokale overheden om de nieuwe taken en verantwoordelijkheden goed uit te voeren. Daarnaast is het nog onduidelijk of de techniek die het Digitaal Stelsel Omgevingswet moet ondersteunen al goed genoeg functioneert om alle aanvragen aan te kunnen.
Proactieve aanwijzing Bronsgeest vernietigd: hoe wordt een dergelijke toetsing uitgevoerd?
SamenvattingRegeringscommissaris bewaakt ontwikkeling Omgevingswet
ArtikelenKamerbrief over uitkomsten Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving 2024
Kamerstuk: kamerbriefDe omgevingsplanactiviteit voor bouwen en gebruik: die de keur heeft, heeft de kwel…
BlogAntwoorden op vragen over ontwikkelingen implementatie Omgevingswet
Kamerstuk: kamervraagVerzamelbesluit Omgevingswet bodem en water 2025 gepubliceerd in Staatsblad
Nieuws-persberichtNatuurbeheer onder de omgevingswet van invloed op uw bedrijfsvoering?
BlogMinister Keijzer we gaan STOER doen! 25 oktober 2024
OpinieAanbiedingsbrief bij antwoorden op Kamervragen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet
Kamerstuk: kamerbriefUitkomst recente debatten met de Tweede Kamer over de Omgevingswet
Nieuws-persberichtMotie definitieve bepaling inwerkingtredingsdatum Omgevingswet aangenomen
Nieuws-persberichtFlexibel denken onder de Omgevingswet; de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State denkt alvast mee
Jurisprudentie – Samenvattingen