Een brug wordt aangemerkt als een bouwwerk geen gebouw zijnde. Het brugdek is een vloer. Volgens het Bouwbesluit 2003, artikel 2.15, eerste lid, heeft een vloer bij de rand een afscheiding, als die rand meer dan 1 meter hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water. Volgens artikel 2.16, eerste lid, heeft deze afscheiding een hoogte van ten minste 1 meter. En volgens artikel 2.17, tweede lid, heeft deze afscheiding tot een hoogte van 0,7 meter boven de vloer geen openingen met een breedte groter dan 0,5 meter. Een opening is is breder dan 0,5 m, indien door die opening een bol gaat met een straal van 0,25 m. De staanders kunnen dus op een grotere afstand staan dan 0,5 m, mits de regels niet verder dan 0,5 m van elkaar of van het brugdek liggen.Versiedatum: 01-10-2010