De Omgevingswet introduceert geen andere of nieuwe vergunningplichtige activiteiten. Onder de Omgevingswet is het onder andere niet meer zo dat de vergunning automatisch verleend wordt als de beslistermijn voorbij is.
De wetgever heeft op rijksniveau voor zoveel mogelijk activiteiten algemene regels gemaakt. Daardoor heeft de initiatiefnemer van een activiteit niet meer altijd toestemming nodig. Dit beperkt de lastendruk.
Een vergunning is alleen verplicht als:
dat nodig is vanwege een internationaalrechtelijke verplichting
algemene regels niet voldoende zijn om belangen af te wegen
Als onderdeel van het omgevingsplan zal ook een aantal vergunningenstelsels uit lokale verordeningen opgaan in de omgevingsvergunning. Denk hierbij aan de huidige kapvergunning. De wet introduceert geen andere of nieuwe vergunningplichtige activiteiten.
De hoofdregel is dat de reguliere procedure van titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht wordt gevolgd (Omgevingswet, artikel 16.62). In bijzondere gevallen geldt de uitgebreide procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Lees meer over het toepassen van de reguliere en uitgebreide procedure.
Onder de huidige wetgeving wordt de vergunning automatisch verleend als de beslistermijn voorbij is. Dit heet lex silencio positivo. Dit uitgangspunt staat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) maar het komt niet in de Omgevingswet terug.
Toepassing van de lex silencio positivo zou problemen opleveren als het gaat om de toedeling van functies aan locaties door het Rijk en de provincie in verband met nationale en provinciale belangen.
Deze toedeling vindt zo veel mogelijk plaats in het omgevingsplan om de inzichtelijkheid voor de burger te vergroten. Dergelijke belangen op het terrein van de fysieke leefomgeving kunnen schade ondervinden door een van rechtswege verleende omgevingsvergunning.
Daarnaast is er in een reguliere procedure nog een gevolg van het afschaffen van de lex silencio positivo. Er zijn namelijk nog meer vergunningen onder de reguliere procedure gebracht en die vragen een samenhangende benadering. De lex silencio positivo past niet goed bij de ruimere afwegingsruimte van bestuursorganen. Bij de beoordeling van vergunningaanvragen zal daarom maatwerk nodig zijn. Het bevoegd gezag zal aan omgevingsvergunningen nauwelijks meer standaardvoorschriften verbinden.
Soms is de beslistermijn verstreken, maar is nog geen besluit genomen. Dat heeft enkele gevolgen. Eén daarvan is dat het bevoegd gezag dan een dwangsom moet betalen aan de aanvrager. Dat staat in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze dwangsomregeling geldt in zowel de reguliere procedure als in alle gevallen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.