Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2.3.2

  • 1

    Indien bij het college melding wordt gedaan van een behoefte aan maatschappelijke ondersteuning, voert het college in samenspraak met degene door of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes weken, een onderzoek uit overeenkomstig het tweede tot en met achtste lid. Het college bevestigt de ontvangst van de melding.

  • 2

    Voordat het onderzoek van start gaat, kan de cliënt het college een persoonlijk plan overhandigen waarin hij de omstandigheden, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met g, beschrijft en aangeeft welke maatschappelijke ondersteuning naar zijn mening het meest is aangewezen. Het college brengt de cliënt van deze mogelijkheid op de hoogte en stelt hem gedurende zeven dagen na de melding, bedoeld in het eerste lid, in de gelegenheid het plan te overhandigen.

  • 3

    Het college wijst de cliënt en zijn mantelzorger voor het onderzoek op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning.

  • 4

    Het college onderzoekt:

  • a.

    de behoeften, persoonskenmerken en de voorkeuren van de cliënt;

  • b.

    de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te verbeteren of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • c.

    de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • d.

    de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;

  • e.

    de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, onderscheidenlijk de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • f.

    de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;

  • g.

    welke bijdragen in de kosten de cliënt met toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.1.4 en 2.1.4a, verschuldigd zal zijn.

  • 5

    Indien de cliënt een persoonlijk plan als bedoeld in het tweede lid aan het college heeft overhandigd, betrekt het college dat plan bij het onderzoek als bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met g.

  • 6

    Bij het onderzoek wordt aan de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger medegedeeld welke mogelijkheden bestaan om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget. De cliënt dan wel diens vertegenwoordiger wordt in begrijpelijke bewoordingen ingelicht over de gevolgen van die keuze.

  • 7

    De cliënt dan wel diens vertegenwoordiger verschaft het college de gegevens en bescheiden die voor het onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

  • 8

    Het college verstrekt de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek.

  • 9

    Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.5 kan niet worden gedaan dan nadat het onderzoek is uitgevoerd, tenzij het onderzoek niet is uitgevoerd binnen de in het eerste lid genoemde termijn.

  • Informatie geldend op 28-07-2025

    Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

    Geen

    Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

    Geen

    Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

    1. Regeling Gratis VOG voor vrijwilligers
      artikel: 2

    2. Uitvoeringsregeling Wmo 2015
      artikel: 8

    3. Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden
      artikel: 2.27

    4. Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten
      artikel: 3

    5. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
      artikel: 2.3.9, 2.3.5, 2.3.4, 2.3.3, 5.2.1, 5.1.1, 1.1.1, 5.2.2, 5.2.5, 8.6, 8.7

    6. Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
      artikel: 1

    Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

    (28-07-2025)

    Ontstaansbron

    Inwerkingtreding

    Datum van inwerking- treding

    Terugwerkende kracht

    Betreft

    Ondertekening

    Bekendmaking

    Kamerstukken

    Ondertekening

    Bekendmaking

    Opmerking

    Aanhangig

    36713

    Aanhangig

    36295

    Aanhangig

    36288

    01-01-2020

    wijziging

    24-04-2019

    Stb. 2019, 185

    35093

    25-11-2019

    Stb. 2019, 452

    19-07-2014

    nieuwe-regeling

    09-07-2014

    Stb. 2014, 280

    33841

    09-07-2014

    Stb. 2014, 281