Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 148

  • 1

    De officier van justitie is belast met de opsporing van de strafbare feiten waarvan de rechtbank in het arrondissement waarin hij is aangesteld, kennisneemt, alsmede met de opsporing binnen het rechtsgebied van die rechtbank van de strafbare feiten waarvan andere rechtbanken kennisnemen.

  • 2

    Hij geeft daartoe bevelen aan de overige personen met de opsporing belast.

  • 3

    Zoo de opsporing door hem persoonlijk geschiedt, doet hij van zijne bevinding blijken bij proces-verbaal opgemaakt op zijn ambtseed; daarbij moeten tevens zooveel mogelijk uitdrukkelijk worden opgegeven de redenen van wetenschap.

Informatie geldend op 01-08-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Aanwijzing voor de opsporing

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Aanwijzing opsporingsberichtgeving
    tekst: tekst

  2. Aanwijzing Wet politiegegevens en de rol van de officier van justitie
    tekst: tekst

  3. Algemene douanewet
    artikel: 11:3

  4. Algemene wet inzake rijksbelastingen
    artikel: 80

  5. Besluit Buitengewone Rechtspleging
    artikel: 24

  6. Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
    artikel: 28

  7. Besluit politiegegevens buitengewoon opsporingsambtenaren
    artikel: 6, 7

  8. Circulaire bekwaamheidseisen buitengewoon opsporingsambtenaar
    bijlage: bijlage

  9. Wetboek van Strafvordering
    artikel: 148a, 148b, 148ba, 464

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2002

wijziging

06-12-2001

Stb. 2001, 584

27878

10-12-2001

Stb. 2001, 621

12-04-1967

wijziging

16-03-1967

Stb. 1967, 152

7979

16-03-1967

Stb. 1967, 152

01-01-1926

nieuwe-regeling

15-01-1921

Stb. 1921, 14

04-12-1925

Stb. 1925, 465