Bij het lozen van afvalwater afkomstig van het op- en overslaan van goederen, niet zijnde inerte goederen, wordt ten minste voldaan aan het tweede tot en met negende lid.
Indien opgeslagen goederen als bedoeld in het eerste lid worden bevochtigd, wordt afvalwater dat met die goederen in contact is geweest, zoveel mogelijk voor dit bevochtigen gebruikt.
Het in een aangewezen oppervlaktewaterlichaam lozen van afvalwater dat in contact is geweest met goederen als bedoeld in het eerste lid waaruit geen vloeibare bodembedreigende stoffen kunnen lekken, is toegestaan indien in enig steekmonster de emissiegrenswaarden, vermeld in tabel 3.34, niet worden overschreden.
Tabel 3.34
Parameter |
Emissiegrenswaarde |
Chemisch zuurstof verbruik |
200 milligram per liter |
Som zware metalen (som van arseen, chroom, koper, lood, nikkel en zink) |
1 milligram per liter |
Minerale olie |
20 milligram per liter |
PAK’s |
50 microgram per liter |
Extraheerbaar organisch chloor |
5 microgram per liter |
Totaal stikstof |
10 milligram per liter |
Fosfor |
2 milligram per liter |
Het bevoegd gezag kan met betrekking tot het lozen, bedoeld in het derde lid, bij maatwerkvoorschrift hogere emissiegrenswaarden vaststellen, voor zover het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet.
Bij het in een aangewezen oppervlaktewaterlichaam lozen van afvalwater dat in contact is geweest met goederen als bedoeld in het eerste lid waaruit geen vloeibare bodembedreigende stoffen kunnen lekken, ontstaat geen visuele verontreiniging.
Het lozen van afvalwater, bedoeld in het derde lid, in een vuilwaterriool is toegestaan indien het gehalte aan onopgeloste stoffen niet meer bedraagt dan 300 milligram per liter.
Het lozen van afvalwater dat in contact is geweest met goederen als bedoeld in het eerste lid in een vuilwaterriool is toegestaan indien enig steekmonster niet meer bevat dan:
20 milligram olie per liter;
300 milligram onopgeloste stoffen per liter.
In afwijking van het zevende lid bedraagt het gehalte aan olie ten hoogste 200 milligram per liter in enig steekmonster, indien het afvalwater voorafgaand aan vermenging met ander afvalwater wordt geleid door een slibvangput en olieafscheider die:
voldoen aan en worden gebruikt conform NEN-EN 858-1 en 2, of
zijn geplaatst voor het van toepassing worden van dit besluit of een deel daarvan op een activiteit in de inrichting en op de hoeveelheid afvalwater zijn afgestemd.
Het te lozen afvalwater, bedoeld in het derde tot en met achtste lid, kan op een doelmatige wijze worden bemonsterd.
Bij ministeriële regeling worden goederen aangewezen die voor de toepassing van deze paragraaf in ieder geval worden aangemerkt als goederen waaruit vloeibare bodembedreigende stoffen kunnen lekken.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Activiteitenbesluit milieubeheer
artikel: 1.6, 2.2, 3.3
Activiteitenregeling milieubeheer
artikel: 3.33
Besluit OM-afdoening
bijlage: II
Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Sv)
bijlage: bij Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba Sv)
(30-12-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2024 |
intrekking-regeling |
16-09-2020 |
05-04-2023 |
|||||
wijziging |
18-09-2015 |
21-11-2015 |
||||||
wijziging |
31-10-2012 |
05-12-2012 |
||||||
nieuw |
15-11-2010 |
22-12-2010 |