Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 4.20.1 [Geldend t/m 31-12-2023]

  • 1

    Ten behoeve van het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan, wordt bij het opslaan van vloeibare koolzuur, argon, helium of stikstof in een bovengrondse stationaire opslagtank met een inhoud van meer dan 300 liter voldaan aan het tweede tot en met het vierde lid.

  • 2

    Een opslagtank, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruikt volgens de volgende onderdelen van PGS 9:

    • a.

      voorschriften 3.3.1, 3.3.15;

    • b.

      voorschrift 3.11.4;

    • c.

      voorschrift 7.4.5.

  • 3

    De opslagtank, bedoeld in het eerste lid, is geplaatst op minimaal de volgende afstand van de erfgrens:

    • a.

      bij een opslagtank tot en met 10 kubieke meter: 1 meter;

    • b.

      bij een opslagtank van meer dan 10 kubieke meter: 3 meter.

  • 4

    In afwijking van het derde lid, onder b, kan het bevoegd gezag voor een bovengrondse stationaire opslagtank met vloeibare koolzuur, argon, helium of stikstof van meer dan 10 kubieke meter bij maatwerkvoorschrift een kleinere afstand ten opzichte van de erfscheiding voorschrijven.

Informatie geldend op 17-11-2023

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-11-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2024

intrekking-regeling

01-12-2020

Stcrt. 2020, 64380

Stcrt. 2023, 11246

01-01-2017

nieuw

28-11-2016

Stcrt. 2016, 65496

28-11-2016

Stcrt. 2016, 65496