Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 4.20.2 [Geldend t/m 31-12-2023]

  • 1

    Ten behoeve van het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan wordt bij het opslaan van vloeibare zuurstof in een bovengrondse stationaire opslagtank met een inhoud van meer dan 300 liter voldaan aan het tweede tot en met het achtste lid.

  • 2

    Een buiten gebruik gestelde stationaire opslagtank wordt druk- en gasvrij gemaakt.

  • 3

    Een opslagtank als bedoeld in het eerste lid wordt geplaatst op een ondergrond die uit onbrandbaar materiaal bestaat. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, is een doelmatige fundering aangebracht. Een eventueel aangebrachte fundering of draagconstructie is vervaardigd uit materiaal dat een brand niet onderhoudt.

  • 4

    Een uitpandige bovengrondse stationaire opslagtank met vloeibare zuurstof wordt gebruikt volgens de volgende onderdelen van PGS 9:

    • a.

      paragraaf 3.2, met uitzondering van paragraaf 3.2.6;

    • b.

      voorschriften 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.15;

    • c.

      voorschriften 3.11.4;

    • d.

      voorschriften 4.1.2 en 4.1.5;

    • e.

      voorschrift 7.4.5.

  • 5

    De inpandige stationaire opslagtank met vloeibare zuurstof wordt gebruikt volgens de voorschriften 3.13.3, 3.13.5 en 3.13.14 van PGS 9.

  • 6

    Het bevoegd gezag kan bij maatwerkvoorschrift andere veiligheidsafstanden vaststellen dan die volgen uit het vierde lid, onderdeel a, als een veilige opstelling wordt verkregen door het treffen van bijzondere veiligheidsmaatregelen die voldoen aan paragraaf 3.2.6 van PGS 9.

  • 7

    In afwijking van het vijfde lid kan het bevoegde gezag bij maatwerkvoorschrift andere eisen stellen aan de ondergrond van de opslagruimte.

  • 8

    Het vierde lid, onderdeel a, is niet van toepassing op een bovengrondse stationaire opslagtank met vloeibare zuurstof die is geïnstalleerd voor [1 januari 2017] als wordt voldaan aan paragraaf 4.3, met uitzondering van voorschrift 4.3.4.2, en paragraaf 4.4 van de Richtlijn PGS 9:1983 (7-2005), getiteld ‘Vloeibare zuurstof; Opslag van 0,45-100 m3’, zoals gepubliceerd op www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.

Informatie geldend op 17-11-2023

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-11-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2024

intrekking-regeling

01-12-2020

Stcrt. 2020, 64380

Stcrt. 2023, 11246

01-07-2019

wijziging

13-05-2019

Stcrt. 2019, 23546

13-05-2019

Stcrt. 2019, 23546

01-01-2017

nieuw

28-11-2016

Stcrt. 2016, 65496

28-11-2016

Stcrt. 2016, 65496