Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2:6 Uitzonderingen voor de Algemene nabestaandenwet

  • 1

    Voor het bepalen van inkomen als bedoeld in de Algemene nabestaandenwet geldt dat:

    • a.

      in afwijking van artikel 2:4, eerste lid, onderdelen h, j tot en met l en o, een uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdelen h, j tot en met l, en een uitkering of toeslag die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering of toeslag als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdelen h, j tot en met l, niet wordt aangemerkt als inkomen;

    • b.

      in afwijking van artikel 2:4, eerste lid, onderdelen m, o en q:

      • 1°.

        een uitkering op grond van een particuliere verzekering wegens derving van inkomen, die ten behoeve van de uitkeringsgerechtigde in het kader van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten en het loon, bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdeel q, wordt aangemerkt als inkomen uit arbeid; en

      • 2°.

        een uitkering als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdeel m, en een uitkering die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering als bedoeld in artikel 2:4, eerste lid, onderdeel m, wordt aangemerkt als inkomen uit arbeid, met dien verstande dat een weduwen-, weduwnaars- en partnerpensioen niet wordt aangemerkt als inkomen; en

    • c.

      de artikelen 2:2, derde lid, 2:3, eerste lid, onderdeel d, en 2:4, derde en vijfde lid, niet van toepassing zijn.

  • 2

    Een op grond van de wetgeving van:

    • a.

      een andere mogendheid;

    • b.

      Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • c.

      Aruba, Curaçao of Sint Maarten; of

    • d.

      een volkenrechtelijke organisatie,

    toegekende uitkering, waaronder mede begrepen een verhoging van een uitkering, die naar aard en strekking overeenkomt met een gehele of een deel van een uitkering als bedoeld in de artikelen 14 of 26 van de Algemene nabestaandenwet anders dan op grond van de vrijwillige verzekering, wordt op de uitkering, bedoeld in de artikelen 14 respectievelijk 26 van de Algemene nabestaandenwet in mindering gebracht.

  • 3

    Artikel 2:4, eerste lid, onderdeel P, en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het tweede lid.

Informatie geldend op 17-06-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-06-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

wijziging

13-12-2021

Stb. 2021, 629

13-12-2021

Stb. 2021, 629

01-06-2014

t/m 01-01-2013

wijziging

19-05-2014

Stb. 2014, 177

19-05-2014

Stb. 2014, 178

01-07-2013

wijziging

28-03-2013

Stb. 2013, 117

28-03-2013

Stb. 2013, 116

Inwtr. 1

01-03-2012

wijziging

22-02-2012

Stb. 2012, 79

22-02-2012

Stb. 2012, 80

01-01-2011

nieuwe-regeling

23-12-2010

Stb. 2010, 869

23-12-2010

Stb. 2010, 869

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop artikel II, onderdelen A tot en met G, I tot en met U, en V tot en met X, van de Wet vereenvoudiging regelingen SVB in werking treedt. Treedt in werking behalve voor zover het betreft personen die voor 29 maart 2013 recht hebben op een halfwezenuitkering.Treedt in werking op 1 oktober 2013 voor zover het betreft personen die voor 29 maart 2013 recht hebben op een halfwezenuitkering.