Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 4:1 Vaststelling inkomen

  • 1

    Het inkomen voor de toepassing van:

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt de kalendermaand gesteld op 21,75 dagen. De kalenderweek wordt gesteld op vijf dagen. Het boek- of kalenderjaar wordt gesteld op 261 dagen.

  • 3

    Bij de toepassing van het eerste lid wordt het loon of het inkomen in verband met arbeid, bedoeld in artikel 3:5, vierde lid, door de uitkeringsgerechtigde geacht te zijn genoten in het aangiftetijdvak waarover de werkgever of de inhoudingsplichtige van dat loon of dat inkomen in verband met arbeid opgave heeft gedaan.

  • 4

    Bij de toepassing van het eerste lid worden betalingen van het overig inkomen toegerekend aan de perioden waarin hierop recht bestaat.

  • 5

    Bij de toepassing van het eerste lid worden het belastbaar loon, het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, de belastbare winst uit onderneming en de uitkering, bedoeld in de artikelen 2:2, eerste lid, onderdelen c, d en e, en 3:2, eerste lid, onderdelen c, d en e, evenredig toegerekend aan de betreffende kalendermaanden in het boek- of kalenderjaar.

  • 6

    De SVB of het UWV kunnen op basis van een geschat inkomen een gemiddeld inkomen per kalendermaand bepalen, waarna per periode van ten hoogste twaalf maanden een herberekening plaatsvindt en het gemiddeld inkomen per periode kan worden toegerekend aan maanden in die periode.

  • 7

    De SVB of het UWV kan bij de vaststelling van het inkomen het loon dat door de uitkeringsgerechtigde is genoten in een aangiftetijdvak, toerekenen aan de dag waarop dat loon betrekking heeft.

  • 8

    De SVB kan bij de vaststelling van het inkomen het in een aangiftetijdvak opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de in een aangiftetijdvak opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking nemen, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag niet in aanmerking worden genomen. Het UWV neemt bij de vaststelling van het inkomen het in een aangiftetijdvak opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag niet in aanmerking worden genomen.

  • 9

    In afwijking van het derde lid, wordt voor de vaststelling van het inkomen voor de Werkloosheidswet het inkomen over een aangiftetijdvak van vier weken geacht te zijn genoten in de kalendermaand waarin het aangiftetijdvak van vier weken eindigt.

  • 10

    In afwijking van het achtste lid neemt het UWV voor de vaststelling van het inkomen voor de Werkloosheidswet het in een aangiftetijdvak betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de in een aangiftetijdvak uitbetaalde componenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking voor zover deze componenten zijn aan te merken als loon als bedoeld in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen, waarbij de opgebouwde bedragen en looncomponenten niet in aanmerking worden genomen.

  • 11

    Indien toepassing van dit artikel leidt tot een kennelijk onredelijk resultaat bepaalt de SVB of het UWV het inkomen op een andere wijze.

  • 12

    Het UWV kan bij de toepassing van het eerste lid het genoten inkomen in verband met arbeid, bedoeld in artikel 3:5, vierde lid, toerekenen aan de perioden waarin hierop recht bestaat.

Informatie geldend op 17-06-2023

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten
    artikel: 5:1c

  2. Regeling nadere regels inzake intrekking en herziening van het ouderdomspensioen
    artikel: 1a

  3. Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW
    artikel: 2

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(17-06-2023)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2022

wijziging

13-12-2021

Stb. 2021, 629

13-12-2021

Stb. 2021, 629

wijziging

19-02-2021

Stb. 2021, 115

19-02-2021

Stb. 2021, 115

01-01-2021

wijziging

16-07-2020

Stb. 2020, 280

16-07-2020

Stb. 2020, 280

01-01-2017

wijziging

20-12-2016

Stb. 2016, 536

20-12-2016

Stb. 2016, 536

01-07-2015

wijziging

18-06-2015

Stb. 2015, 242

18-06-2015

Stb. 2015, 242

wijziging

28-01-2015

Stb. 2015, 43

04-05-2015

Stb. 2015, 173

07-02-2015

wijziging

28-01-2015

Stb. 2015, 43

28-01-2015

Stb. 2015, 43

01-01-2015

wijziging

06-10-2014

Stb. 2014, 348

06-10-2014

Stb. 2014, 348

01-06-2013

wijziging

22-05-2013

Stb. 2013, 185

22-05-2013

Stb. 2013, 186

01-03-2012

wijziging

22-02-2012

Stb. 2012, 79

22-02-2012

Stb. 2012, 80

01-01-2011

nieuwe-regeling

23-12-2010

Stb. 2010, 869

23-12-2010

Stb. 2010, 869