Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 17

  • 1

    Het ouderdomspensioen wordt door de Sociale verzekeringsbank ingetrokken of herzien, wanneer degene, aan wie het is toegekend, ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde daarvoor niet of niet meer in aanmerking komt, onderscheidenlijk voor een hoger of lager ouderdomspensioen in aanmerking komt.

  • 2

    [Vervallen.]

  • 3

    De herziening van het ouderdomspensioen, welke voortvloeit uit een wijziging der omstandigheden en welke een verhoging van dit ouderdomspensioen tot gevolg heeft, gaat in op de eerste dag der maand, waarin de wijziging dier omstandigheden heeft plaatsgevonden. Het bepaalde in artikel 16, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    De Sociale verzekeringsbank kent, indien de pensioengerechtigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger niet op grond van artikel 50 desgevraagd aantoont, dat hij een pensioengerechtigde is als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, of dat zijn feitelijke woonsituatie in overeenstemming is met het door hem dan wel zijn wettelijke vertegenwoordiger verstrekte adres, een ouderdomspensioen toe gelijk aan dat van een pensioengerechtigde als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, dan wel herziet het ouderdomspensioen tot het bedrag van dat ouderdomspensioen.

  • 5

    De intrekking van het ouderdomspensioen of de herziening daarvan, welke voortvloeit uit een wijziging der omstandigheden en welke een verlaging van dit ouderdomspensioen tot gevolg heeft, gaat, behoudens in de bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen, in op de eerste dag der maand, volgende op die, waarin de dag is gelegen met ingang waarvan degene, aan wie ouderdomspensioen is toegekend, daarvoor niet meer in aanmerking komt, onderscheidenlijk voor een lager ouderdomspensioen in aanmerking komt. Indien het ouderdomspensioen ten onrechte of tot een te hoog bedrag is toegekend, wordt het ingetrokken onderscheidenlijk herzien met ingang van de dag, waarop het is ingegaan.

  • 6

    De herziening van het ouderdomspensioen als gevolg van een wijziging van het netto-minimumloon gaat, in afwijking van het bepaalde in het derde en vierde lid, in op de dag waarop het netto-minimumloon is herzien.

  • 7

    De beëindiging van het ouderdomspensioen op grond van artikel 8b, tweede lid, gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de vrijheidsontneming een maand heeft geduurd.

  • 8

    Ter uitvoering van dit artikel kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden gegeven.

Informatie geldend op 31-12-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  1. Regeling nadere regels inzake intrekking en herziening van het ouderdomspensioen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemene Ouderdomswet
    artikel: 64c, 24, 48

  2. Regeling nadere regels inzake intrekking en herziening van het ouderdomspensioen
    artikel: 1a, 1

  3. Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW
    artikel: 16

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(31-12-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

wijziging

28-03-2013
samen met
14-06-2013

Stb. 2013, 115
samen met
Stb. 2013, 261

33318

Alg. 1

wijziging

02-07-2014
samen met
09-07-2014
samen met
29-11-2017

Stb. 2014, 269
samen met
Stb. 2014, 307
samen met
Stb. 2017, 484

33801
samen met
33853
samen met
34766

Alg. 2

01-01-2015

wijziging

25-06-2014

Stb. 2014, 227

33716

04-07-2014

Stb. 2014, 271

28-11-2014

t/m 01-02-2014

wijziging

09-07-2014

Stb. 2014, 307

33853

18-11-2015

Stb. 2014, 451

01-07-2013

wijziging

19-06-2013

Stb. 2013, 236

33556

14-06-2013

Stb. 2013, 261

01-01-2013

wijziging

04-10-2012

Stb. 2012, 463

31929

13-10-2012

Stb. 2012, 482

Alg. 3

01-07-2009

wijziging

29-12-2008

Stb. 2009, 63

31525

18-06-2009

Stb. 2009, 273

22-11-2006

wijziging

02-11-2006

Stb. 2006, 558

30666

02-11-2006

Stb. 2006, 558

01-01-2005

wijziging

23-12-2004

Stb. 2004, 728

29513

23-12-2004

Stb. 2004, 729

Inwtr. 4

01-01-2002

wijziging

29-11-2001

Stb. 2001, 625

27665

13-12-2001

Stb. 2001, 682

01-01-1990

wijziging

27-04-1989

Stb. 1989, 127

20855

27-04-1989

Stb. 1989, 123

01-04-1988

wijziging

30-03-1988

Stb. 1988, 115

20384

30-03-1988

Stb. 1988, 115

01-01-1957

nieuwe-regeling

31-05-1956

Stb. 1956, 281

4009

12-07-1956

Stb. 1956, 408

Opmerkingen

  • 1) Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2013/236.

  • 2) Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ingetrokken door Stb. 2014/307.Deze wijziging treedt niet meer in werking. De wijziging is ook ingetrokken door Stb. 2017/484.

  • 3) Abusievelijk voegt het Staatsblad een tweede lid 7 toe.Abusievelijk is op het zevende lid (nieuw) een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 4) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.