De Sociale verzekeringsbank schort de betaling van de uitkering op, indien blijkt dat het door de pensioengerechtigde verstrekte adres van hemzelf of van zijn echtgenoot afwijkt van het adres waaronder de pensioengerechtigde of zijn echtgenoot in de basisregistratie personen staat ingeschreven.
Geen opschorting vindt plaats:
indien de afwijking redelijkerwijs geen gevolgen kan hebben voor het recht op of de hoogte van de uitkering;
indien de pensioengerechtigde van de afwijking redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
De Sociale verzekeringsbank doet schriftelijk mededeling van de opschorting aan de belanghebbende.
De opschorting wordt beëindigd zodra het aan de Sociale verzekeringsbank gebleken is dat de afwijking niet meer bestaat.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene Ouderdomswet
artikel: 48
(31-12-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
10-07-2013 |
28-11-2013 |
||||||
wijziging |
29-11-2001 |
13-12-2001 |
||||||
nieuw |
13-12-2000 |
26-06-2001 |