Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 10

  • 1

    Indien degene die meent dat in zijn nadeel een onderscheid is of wordt gemaakt als bedoeld in deze wet, in rechte feiten aanvoert die dat onderscheid kunnen doen vermoeden, dient de wederpartij te bewijzen dat niet in strijd met deze wet is gehandeld.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op vorderingen als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en op beroepen ingesteld in bestuursrechtelijke procedures door belanghebbenden in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Informatie geldend op 31-12-2019

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(31-12-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-04-2004

wijziging

21-02-2004

Stb. 2004, 119

28770

11-03-2004

Stb. 2004, 120

Inwtr. 1

01-09-1994

vervallen

06-04-1994

Stb. 1994, 269

22486

06-04-1994

Stb. 1994, 269

01-09-1994

nieuwe-regeling

02-03-1994

Stb. 1994, 230

22014

02-03-1994

Stb. 1994, 230

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet.