Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 1a

  • 1

    Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid houdt mede in een verbod van intimidatie en een verbod van seksuele intimidatie.

  • 2

    Onder intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: gedrag dat met de hoedanigheden of gedragingen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, verband houdt en dat tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

  • 3

    Onder seksuele intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

  • 4

    Op het in deze wet neergelegde verbod van intimidatie en van seksuele intimidatie zijn niet van toepassing de artikelen 2, 5, tweede tot en met zesde lid, 6a, tweede lid, en 7, tweede en derde lid.

Informatie geldend op 31-12-2019

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemene wet gelijke behandeling
    artikel: 8a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(31-12-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

14-09-2007

wijziging

21-07-2007

Stb. 2007, 321

30967

21-07-2007

Stb. 2007, 321

01-11-2005

wijziging

15-09-2005

Stb. 2005, 516

29311

18-10-2005

Stb. 2005, 529

01-04-2004

nieuw

21-02-2004

Stb. 2004, 119

28770

11-03-2004

Stb. 2004, 120

Inwtr. 1

Opmerkingen

  • 1) De datum van inwerkingtreding is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet.