Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 4

  • 1

    Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid worden schepen en luchtvaartuigen welke in Nederland hun thuishaven hebben, ten opzichte van de bemanning als deel van Nederland beschouwd.

  • 3

    Voor de toepassing van de wettelijke bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat (PbEU 2009, L 310), Richtlijn 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (PbEU 2011, L 345) of Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (PbEU 2003, L 157) wordt, in afwijking in zoverre van het eerste lid en voor zover dat voortvloeit uit de genoemde richtlijnen, een lichaam geacht te zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie indien dat lichaam volgens de fiscale wetgeving van die lidstaat aldaar is gevestigd.

  • 4

    Een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 2009/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PbEU 2009, L 302), wordt geacht te zijn gevestigd in de lidstaat of staat waarvan de bevoegde autoriteit de instelling overeenkomstig artikel 5 van die richtlijn heeft toegelaten.

  • 5

    Een alternatieve beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174) wordt geacht te zijn gevestigd in de lidstaat van herkomst, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel p, van die richtlijn, indien:

Informatie geldend op 08-01-2025

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Belastingregeling voor het land Nederland
    artikel: 1.4

  2. Fondsenbesluit
    tekst: tekst

  3. Leidraad FATCA/CRS met technische toelichting bij de NL IGA en de CRS-regelgeving
    tekst: tekst

  4. Leidraad Invordering 2008
    tekst: tekst

  5. Vragen en antwoorden met betrekking tot besluit Dienstverleningslichamen en zekerheid vooraf (DGB 2014/3101), besluit Behandeling verzoeken zekerheid vooraf in vorm van Advance Tax Ruling (ATR) (DGB 2014/3099)
    tekst: tekst

  6. Wet minimumbelasting 2024
    artikel: 1.3

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(08-01-2025)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2014

wijziging

16-10-2013

Stb. 2013, 413

33637

16-10-2013

Stb. 2013, 413

22-07-2013

wijziging

12-06-2013

Stb. 2013, 228

33235

12-06-2013
samen met
12-06-2013

Stb. 2013, 228
samen met
Stb. 2013, 229

01-01-2013

t/m 18-01-2012

wijziging

01-11-2012

Stb. 2012, 544

33245

01-11-2012

Stb. 2012, 544

22-07-2011

wijziging

08-07-2011

Stb. 2011, 357

32622

08-07-2011

Stb. 2011, 357

01-01-2011

t/m 15-12-2009

wijziging

23-12-2010

Stb. 2010, 871

32401

23-12-2010

Stb. 2010, 871

Alg. 1

10-10-2010

wijziging

30-09-2010

Stb. 2010, 363

32217

23-09-2010

Stb. 2010, 387

Inwtr. 2

01-01-2004

wijziging

18-12-2003

Stb. 2003, 529

29034

18-12-2003

Stb. 2003, 529

07-10-1992

t/m 01-01-1992

wijziging

10-09-1992

Stb. 1992, 518

22334

10-09-1992

Stb. 1992, 518

01-01-1985

nieuwe-regeling

02-07-1959

Stb. 1959, 301

4080

18-12-1984

Stb. 1984, 637

Opmerkingen

  • 1) Abusievelijk is een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 2) Treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treedt.