Indien belasting die op aangifte behoort te worden voldaan of afgedragen, geheel of gedeeltelijk niet is betaald, kan de inspecteur de te weinig geheven belasting naheffen. Met geheel of gedeeltelijk niet betaald zijn wordt gelijkgesteld het geval waarin, naar aanleiding van een gedaan verzoek, ten onrechte of tot een te hoog bedrag, vrijstelling of vermindering van inhouding van belasting dan wel teruggaaf van belasting is verleend.
De naheffing geschiedt bij wege van naheffingsaanslag, die wordt opgelegd aan degene, die de belasting had behoren te betalen, dan wel aan degene aan wie ten onrechte, of tot een te hoog bedrag, vrijstelling of vermindering van inhouding dan wel teruggaaf is verleend. In gevallen waarin ten gevolge van het niet naleven van bepalingen van de belastingwet door een ander dan de belastingplichtige, onderscheidenlijk de inhoudingsplichtige, te weinig belasting is geheven, wordt de naheffingsaanslag aan die ander opgelegd.
De bevoegdheid tot naheffing vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan of de teruggaaf is verleend.
Indien de belastingschuld is ontstaan door de verkrijging van de economische eigendom van onroerende zaken of van rechten waaraan deze zijn onderworpen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, vervalt de bevoegdheid tot naheffing, in afwijking in zoverre van het derde lid, door verloop van twaalf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene wet inzake rijksbelastingen
artikel: 67f, 67c, 67ob, 36
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst
structuurtekst: structuurtekst
Besluit vaststelling vergoeding motorrijtuigenbelasting oorlogsgetroffenen
artikel: 2
Dividendbelasting, vermindering, (gedeeltelijke) vrijstelling en teruggaaf van dividendbelasting
tekst: tekst, tekst
bijlage: 1
Leidraad Invordering 2008
tekst: tekst
Mijnbouwbesluit
artikel: 181
Nederlandse uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland – Verenigde Staten van Amerika 1992
artikel: 8
Omzetbelasting, administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen
tekst: tekst
Omzetbelasting, margeregeling; regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
tekst: tekst
Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst
bijlage: behorende bij de Regeling elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst
Tijdelijke wet inframarginale elektriciteitsheffing
artikel: 21
Uitvoeringsvoorschriften bronbelasting op interest en royalty’s
tekst: tekst
Uitvoeringsvoorschriften conditionele bronbelasting op dividenden
tekst: tekst
Universele Nederlandse uitvoeringsvoorschriften 2015 inzake belastingverdragen, uitgezonderd het belastingverdrag met de Verenigde Staten van Amerika, en de Belastingregeling Nederland Curaçao
artikel: 8
Wet belastingen op milieugrondslag
artikel: 71r, 71g
Wet bronbelasting 2021
artikel: 6.1
Wet minimumbelasting 2024
artikel: 11.2, 14.4
Wet op de loonbelasting 1964
artikel: 28a, 13bis
Wet op de omzetbelasting 1968
artikel: 28rk, 28si, 28tm
Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
artikel: 21
Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage
artikel: 6.1
(08-01-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
23-12-2009 |
23-12-2009 |
||||||
t/m 31-03-1995 |
wijziging |
18-12-1995 |
18-12-1995 |
|||||
wijziging |
23-12-1994 |
Stb. 1994, 928 |
23-12-1994 |
Stb. 1994, 928 |
||||
wijziging |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 690 |
23-12-1993 |
Stb. 1993, 693 |
||||
wijziging |
28-12-1989 |
Stb. 1989, 602 |
28-12-1989 |
Stb. 1989, 602 |
||||
nieuwe-regeling |
02-07-1959 |
Stb. 1959, 301 |
18-12-1984 |
Stb. 1984, 637 |