Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 30fc

  • 1

    Indien met betrekking tot de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting na het verstrijken van een periode van 6 maanden te rekenen vanaf het einde van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven een aanslag of een navorderingsaanslag met een door de belastingplichtige te betalen bedrag aan belasting wordt vastgesteld, wordt met betrekking tot die aanslag, onderscheidenlijk die navorderingsaanslag, aan de belastingplichtige rente – belastingrente – in rekening gebracht.

  • 2

    De belastingrente wordt enkelvoudig berekend over het tijdvak dat aanvangt 6 maanden te rekenen vanaf het einde van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven en eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de aanslag, onderscheidenlijk de navorderingsaanslag, invorderbaar is ingevolge artikel 9 van de Invorderingswet 1990 en heeft als grondslag het te betalen bedrag aan belasting.

  • 3

    Ingeval de aanslag is vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte, eindigt het tijdvak waarover de belastingrente wordt berekend in afwijking in zoverre van het tweede lid, uiterlijk 19 weken na de datum van ontvangst van de aangifte.

  • 4

    Geen belastingrente wordt in rekening gebracht ingeval de aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting is vastgesteld overeenkomstig een ingediende aangifte die is ontvangen voor de eerste dag van de vijfde, onderscheidenlijk zesde, maand na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven.

  • 5

    Ingeval de navorderingsaanslag is vastgesteld naar aanleiding van een verzoek, eindigt het tijdvak waarover de belastingrente wordt berekend in afwijking in zoverre van het tweede lid, uiterlijk 12 weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

  • 6

    Dit artikel is niet van toepassing met betrekking tot inkomstenbelasting ter zake van te conserveren inkomen als bedoeld in artikel 2.8, tweede en vierde tot en met zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, uitgezonderd te conserveren inkomen dat is ontstaan door toepassing van artikel 3.58, eerste lid, of artikel 3.64, eerste lid, van die wet.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel geldt als het te betalen bedrag aan belasting: het bedrag na de verrekening ingevolge:

Informatie geldend op 08-01-2025

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

  1. Besluit Fiscaal Bestuursrecht

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen
    artikel: 30fd, 30k, 30i

  2. Besluit Fiscaal Bestuursrecht
    circulaire.divisie: 19

  3. Mijnbouwwet
    artikel: 73

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(08-01-2025)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2024

wijziging

20-12-2023

Stb. 2023, 498

36342

20-12-2023

Stb. 2023, 498

01-01-2020

wijziging

18-12-2019

Stb. 2019, 512

35303

18-12-2019

Stb. 2019, 512

Inwtr. 1

01-01-2019

wijziging

19-12-2018

Stb. 2018, 504

35026

19-12-2018

Stb. 2018, 504

Alg. 2

01-01-2014

t/m 01-01-2013

wijziging

18-12-2013

Stb. 2013, 566

33753

18-12-2013

Stb. 2013, 566

01-01-2013

nieuw

22-12-2011

Stb. 2011, 639

33003

22-12-2011

Stb. 2011, 639

Alg. 3

Opmerkingen

  • 1) Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot belastingaanslagen die betrekking hebben op belastingtijdvakken die zijn aangevangen op of na 1 januari 2019.

  • 2) Artikel XXVII van Stb. 2018/504 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 3) Artikel XXXIV, eerste lid, van Stb. 2011/639 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.