Ten aanzien van arbeid verricht in de burgerlijke openbare dienst, welke gericht is op het daadwerkelijk uitoefenen van taken, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017, zijn de artikelen 27, 28, 28a, 28b en 29 van de wet van toepassing voor zover door de toepassing van deze artikelen een goede taakuitoefening niet wordt belemmerd.
Op arbeid verricht in rijksdienst geschiedt de toepassing van de wet met inachtneming van de voor de rijksdienst geldende nationale en internationale voorschriften ter beveiliging van gegevens, waarvan de geheimhouding door het belang van de staat of van zijn bondgenoten wordt geboden.
Op arbeid verricht in de burgerlijke openbare dienst door of ten behoeve van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten geschiedt de toepassing van de wet bovendien met inachtneming van de aan de hoofden van deze diensten opgedragen zorg voor geheimhouding van de door hen verkregen gegevens en van de bronnen waaruit zij afkomstig zijn en voor het naar behoren waarborgen van de veiligheid van de personen van wier diensten bij het inwinnen van gegevens gebruik wordt gemaakt.
(28-06-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
18-04-2018 |
18-04-2018 |
||||||
wijziging |
16-04-2015 |
16-04-2015 |
||||||
wijziging |
05-12-2006 |
11-12-2006 |
||||||
wijziging |
15-01-2003 |
15-01-2003 |
||||||
wijziging |
10-09-1999 |
25-10-1999 |
||||||
nieuwe-regeling |
15-01-1997 |
20-06-1997 |
Opmerkingen
1) Artikel 4.8, tweede en zesde lid, treedt voor zover het de aanwezigheid van het certifcaat van vakbekwaamheid betreft, in werking op 1 oktober 1997.