De mondelinge mededeling vindt plaats tussen een spreker of zender en een of meer toehoorders, en wel in de vorm van korte teksten, woordgroepen of afzonderlijke woorden, eventueel gecodeerd.
De mondelinge boodschappen zijn zo kort, eenvoudig en duidelijk mogelijk.
De taalvaardigheid van de spreker en het gehoorvermogen van de toehoorder zijn voldoende om een ondubbelzinnige communicatie tot stand te brengen.
De mondelinge mededeling is direct door middel van gebruik van de menselijke stem of indirect door middel van de menselijke stem of spraaksynthese, verspreid door een middel ad hoc.
Indien de mondelinge mededeling wordt gebruikt in plaats van of ter aanvulling van hand- of armseinen en er geen codes worden gebruikt, worden met name de volgende woorden gebruikt:
start, om het begin van een commando aan te duiden;
stop, om een beweging te onderbreken of te beëindigen;
einde, om de werkzaamheden stop te zetten;
hijsen, om een last te doen hijsen;
vieren, om een last te doen vieren;
vooruit, achteruit, naar rechts, naar links, in combinatie met het juiste hand- of armsein, om een beweging in een bepaalde richting te doen plaatsvinden;
gevaar, om een noodstop af te dwingen;
snel, om een beweging te versnellen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(07-07-2023)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
06-12-2006 |
06-12-2006 |
||||||
wijziging |
25-10-1999 |
Supplement-Stcrt. 1999, 239 |
25-10-1999 |
Supplement-Stcrt. 1999, 239 |
||||
nieuwe-regeling |
12-03-1997 |
Supplement-Stcrt. 1997, 63 |
20-06-1997 |
Opmerkingen
1) Treedt in werking op het tijdstip waarop het Arbeidsomstandighedenbesluit in werking treedt.