De rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken, waarvan krachtens overeenstemming of krachtens beslissing, als in de voorgaande artikelen bedoeld, is gebruik gemaakt, zijn, behoudens recht op schadevergoeding, verplicht te gedoogen, dat het werk wordt opgeruimd, tenzij daaromtrent anders is overeengekomen of beslist.
Bij die opruiming zullen de onroerende zaken zooveel mogelijk in den vorigen staat worden teruggebracht, voorzoover niet met de rechthebbenden anders is overeengekomen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Belemmeringenwet Privaatrecht
artikel: 14
(17-10-2018)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
25-10-1989 |
Stb. 1989, 490 |
20-02-1990 |
Stb. 1990, 90 |
||||
nieuwe-regeling |
13-05-1927 |
Stb. 1927, 159 |
13-05-1927 |
Stb. 1927, 159 |