Indien in een veehouderij dieren worden gehuisvest van een diercategorie waarvoor in bijlage 1 een maximale emissiewaarde is aangegeven, worden voor die dieren geen huisvestingssystemen toegepast met een emissiefactor die hoger is dan deze maximale emissiewaarde dan wel de emissiewaarde die het bevoegd gezag heeft vastgesteld op grond van artikel 2a, eerste lid.
Aan het eerste lid wordt ook voldaan indien de som van de ammoniakemissies uit de tot de veehouderij behorende huisvestingssystemen niet groter is dan de som van de ammoniakemissies die deze huisvestingssystemen zouden veroorzaken indien voldaan wordt aan het eerste lid. Een huisvestingssysteem dat op 1 januari 2007 nog niet in de veehouderij aanwezig was, voldoet afzonderlijk aan het eerste lid.
In afwijking van het eerste lid geldt ten aanzien van een bestaand Groen-Labelstalsysteem waarvan de emissiefactor hoger is dan de maximale emissiewaarde bedoeld in het eerste lid en waarvoor een vergunning of, indien geen vergunning vereist was, een bouwvergunning is verleend voor 8 mei 2002, die emissiefactor als maximale emissiewaarde.
Het derde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een huisvestingssysteem waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(17-03-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
08-12-2005 |
20-03-2008 |
||||||
wijziging |
13-12-2007 |
20-03-2008 |