Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 2 Kring van rechthebbenden

  • 1

    Algemene bijstand kan worden verleend aan:

    • a.

      de zelfstandige die gedurende een redelijke termijn als zodanig werkzaam is geweest en wiens bedrijf of zelfstandig beroep levensvatbaar is;

    • b.

      de persoon of de echtgenoot van de persoon die uit hoofde van werkloosheid een uitkering ontvangt en die een bedrijf of zelfstandig beroep begint dat levensvatbaar is;

    • c.

      de zelfstandige geboren voor 1 januari 1960, wiens bedrijf of zelfstandig beroep niet levensvatbaar is en die het bedrijf of zelfstandig beroep gedurende een aaneengesloten periode van 10 jaar onmiddellijk voorafgaand aan de aanvraag heeft uitgeoefend en hieruit een inkomen geniet dat duurzaam ontoereikend is om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien;

    • d.

      de zelfstandige wiens bedrijf of zelfstandig beroep niet levensvatbaar is en die zich verplicht de activiteiten in het bedrijf of zelfstandig beroep zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 12 maanden, te beëindigen.

  • 2

    Bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal kan slechts worden verleend aan de zelfstandige, bedoeld in de onderdelen a, b en c van het eerste lid.

  • 3

    Bijstandsverlening aan een persoon die algemene bijstand ontvangt, die voornemens is een bedrijf of zelfstandig beroep te beginnen en zich in verband hiermee niet beschikbaar stelt voor arbeid in dienstbetrekking kan gedurende een voorbereidingsperiode van ten hoogste 12 maanden worden voortgezet. In een zodanig geval:

    • a.

      zijn de artikelen 9, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel c, en 10 van de wet niet van toepassing;

    • b.

      is de belanghebbende verplicht mee te werken aan door het college aangewezen begeleiding.

Informatie geldend op 05-01-2022

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004
    artikel: 60a, 3, 17, 18, 19, 20, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 29, 31, 48

  2. Besluit Participatiewet
    artikel: 1

  3. Handleiding Rijkswet op het Nederlanderschap 2003
    tekst: tekst

  4. Inkomensbesluit Waz
    artikel: 2

  5. Participatiewet
    artikel: 78g

  6. Regeling naturalisatietoets Nederland
    artikel: 4

  7. Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ
    artikel: 15a

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(05-01-2022)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2020

wijziging

18-09-2019

Stb. 2019, 306

18-09-2019

Stb. 2019, 306

01-01-2012

wijziging

22-12-2011

Stb. 2011, 652

22-12-2011

Stb. 2011, 651

Inwtr. 1

01-10-2009

wijziging

01-07-2009

Stb. 2009, 284

01-07-2009

Stb. 2009, 283

Inwtr. 2

01-01-2004

nieuwe-regeling

10-10-2003

Stb. 2003, 390

10-10-2003

Stb. 2003, 390

Opmerkingen

  • 1) Het eerste lid treedt in werking op het tijdstip waarop artikel II van de Wijzigingswet werk en bijstand, enz. (bevordering deelname aan arbeidsmarkt en vergroting eigen verantwoordelijkheid uitkeringsgerechtigden) (Stb. 2011/650) in werking treedt.Het derde lid treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel H, van de Wijzigingswet werk en bijstand, enz. (bevordering deelname aan arbeidsmarkt en vergroting eigen verantwoordelijkheid uitkeringsgerechtigden) (Stb. 2011/650) in werking treedt.

  • 2) Treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 13 van de Wet investeren in jongeren in werking treedt.