Onze Minister stelt de lasten van bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal, bedoeld in artikel 49, eerste lid, en de baten van vóór 1 januari 2020 verstrekt bedrijfskapitaal, bedoeld in artikel 49, tweede lid, vast binnen een jaar na ontvangst door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet.
De lasten van de bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal worden bij de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, buiten aanmerking gelaten indien deze lasten blijkens het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 213, vierde lid, van de Gemeentewet, dat deel uit maakt van de informatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, als fout of onzeker worden aangemerkt.
Indien de verantwoordingsinformatie, bedoeld in het eerste lid, niet binnen achttien maanden na het kalenderjaar waarop het betrekking heeft is ontvangen door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden de lasten en baten van bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal ambtshalve door Onze Minister vastgesteld.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(05-01-2022)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
18-09-2019 |
18-09-2019 |
||||||
|
nieuwe-regeling |
10-10-2003 |
10-10-2003 |
||||||