Een deur op een vluchtroute is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk alleen gesloten als die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel, onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend.
In afwijking van het eerste lid kan een deur op een vluchtroute die begint in een ruimte voor het insluiten van personen als bedoeld in de artikelen 3.122, derde lid, en 4.217, derde lid, tijdens het vluchten met een sleutel over de ten minste vereiste breedte worden geopend, mits de inrichting, het gebruik en de organisatie zodanig zijn dat het in artikel 6.2 beoogde brandveiligheidsniveau is gewaarborgd.
Het eerste lid geldt niet voor een niet-gemeenschappelijke vluchtroute.
Het eerste lid geldt niet voor een vluchtroute in een logiesverblijf.
In afwijking van het eerste lid kan een deur op een vluchtroute in een tunnel worden ontgrendeld met een automatische ontgrendeling.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Besluit bouwwerken leefomgeving
artikel: 6.19, 6.8
(10-01-2025)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
nieuwe-regeling |
03-07-2018 |
|||||||
nieuwe-regeling |
03-07-2018 |
05-04-2023 |
||||||
wijziging |
16-09-2020 |
05-04-2023 |