Een voorziening voor elektriciteit als bedoeld in afdeling 2.7 van het Bouwbesluit 2003 wordt niet gebruikt op een wijze die gevaar oplevert voor het ontstaan van brand.
In een ruimte waarin een of meer verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kW aanwezig zijn of een gemeenschappelijk stook- of warmwatertoestel aanwezig is zijn geen brandbare goederen opgeslagen of opgesteld.
Een opening ten behoeve van de toevoer van verbrandingslucht of de afvoer van rook is niet afgesloten tijdens het gebruik van een daarop aangewezen verbrandingstoestel.
Een verbrandings- of verwarmingsinstallatie wordt niet gebruikt indien de installatie, de opstelling of het gebruik daarvan gevaar oplevert voor het ontstaan van brand. Bij een verbrandingsinstallatie is dat gevaar niet aanwezig indien de installatie, de opstelling en het gebruik daarvan voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften van NEN 3028: 2004.
Een voorziening voor de afvoer van rook wordt uitsluitend gebruikt indien die voorziening:
doeltreffend is gereinigd;
na brand voldoende is gereinigd en hersteld;
bij gebruik geen gevaar voor de veiligheid van personen oplevert.
(19-02-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-04-2012 |
intrekking-regeling |
29-08-2011 |
Stb. 2011, 416
|
20-03-2012 |
||||
nieuwe-regeling |
26-07-2008 |
12-09-2008 |
Opmerkingen
1) Artikelen 9.1 en 9.2 van Stb. 2011/416 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.