Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.1.2 [Geldend t/m 31-12-2012]

  • 1

    De concentratie aan stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO2), totaal stof en onverbrande koolwaterstoffen (CxHy, uitgedrukt in C) in het rookgas, bedoeld in dit besluit, wordt bepaald door continue of afzonderlijke meting.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid, wordt de concentratie aan stikstofoxiden in het rookgas van een stookinstallatie bepaald door continue meting, indien ter bestrijding van de uitworp van stikstofoxiden (NOx) met rookgasinjectie van water of stoom, een inert materiaal dan wel ammoniak of ureum wordt toegepast.

  • 3

    In afwijking van het tweede lid mag worden volstaan met afzonderlijke meting indien een logboek wordt bijgehouden waarin de hoeveelheid geïnjecteerde stoom of water, de hoeveelheid toegepast inert materiaal of de hoeveelheid toegevoegde ammoniak of ureum gedurende een kalenderjaar wordt bijgehouden en de betreffende emissiegrenswaarden niet worden overschreden.

  • 4

    De concentraties van stoffen waarvoor in dit besluit emissiegrenswaarden zijn vastgesteld in het rookgas van een stookinstallatie worden voor een vervangende stookinstallatie als bedoeld in artikel 2.3.4 binnen vier weken na de inbedrijfstelling van die vervangende installatie bepaald door middel van een afzonderlijke meting.

Informatie geldend op 18-02-2015

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-02-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2013

intrekking-regeling

31-10-2012

Stb. 2012, 558

05-12-2012

Stb. 2012, 642

01-04-2010

nieuwe-regeling

07-12-2009

Stb. 2009, 547

15-03-2010

Stb. 2010, 132