Van iedere start of landing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt door de havenmeester onverwijld rapport opgemaakt, dat binnen 14 dagen na de betreffende start of landing aan de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst wordt gezonden.
Aan de havenmeester wordt mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat ontheffing te verlenen als bedoeld in artikel 3, tweede lid.
De havenmeester rapporteert binnen 14 dagen na het verstrijken van iedere maand over de in die maand verleende ontheffingen aan de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst.
(30-06-2017)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-07-2017 |
intrekking-regeling |
27-06-2017 |
27-06-2017 |
|||||
19-02-2000 |
wijziging |
15-02-2000 |
Stcrt. 2000, 34 |
15-02-2000 |
Stcrt. 2000, 34 |
|||
nieuwe-regeling |
25-10-1999 |
Stcrt. 1999, 207 |
25-10-1999 |
Stcrt. 1999, 207 |