Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.2 Vastleggen van een hond

  • 1

    Het bevestigingsmiddel, waarmee de hond is vastgelegd, en de halsband, waaraan dat middel is bevestigd, zijn zodanig ontworpen dat er geen wurging of verwonding bij de hond optreedt.

  • 2

    Het bevestigingsmiddel heeft een zodanige lengte dat het dier voldoende bewegingsruimte wordt gelaten.

  • 3

    De hond wordt niet door obstakels belemmerd in de bewegingsvrijheid die hem door het bevestigingsmiddel, bedoeld in het eerste lid, wordt gelaten.

  • 4

    De hond heeft toegang tot een hok dat:

    • a.

      voldoende ruimte biedt aan die hond;

    • b.

      de hond bescherming biedt tegen nadelige weersinvloeden en kou;

    • c.

      eenvoudig kan worden gereinigd.

Informatie geldend op 29-06-2018

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit aanwijzing toezichthouders Wet dieren
    artikel: 2

  2. Besluit houders van dieren
    artikel: 3.1, 3.3

  3. Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren
    bijlage: als bedoeld in artikel 1.2 van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(29-06-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2014

nieuwe-regeling

05-06-2014

Stb. 2014, 210

05-06-2014

Stb. 2014, 211