Het doden van dieren zonder voorafgaande bedwelming geschiedt te allen tijde in aanwezigheid van een op grond van artikel 8.1 van de wet aangewezen ambtenaar.
Onze Minister kan besluiten tot afwijking van het bepaalde in het eerste lid voor wat betreft de permanente aanwezigheid van een ambtenaar bij het doden van dieren zonder voorafgaande bedwelming, indien in het betrokken slachthuis voldoende is gewaarborgd dat het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf wordt nageleefd. Van voldoende waarborgen kan sprake zijn in geval het slachthuis deelneemt aan een kwaliteitssysteem waarmee naleving van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf wordt geborgd.
Indien naar het oordeel van Onze Minister naleving van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf niet gewaarborgd is, kan Onze Minister het besluit, bedoeld in het tweede lid, intrekken.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(29-06-2018)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
nieuw |
19-08-2017 |
26-09-2017 |
||||||