Het bedrag van de aan de Staat verschuldigde vergoeding, bedoeld in artikel 8 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, wordt vastgesteld op:
indien de verzoeker dan wel de partij die niet de verzoeker is een huurder is: € 25,
dan wel
indien de verzoeker dan wel de partij die niet de verzoeker is een verhuurder is: € 300.
(20-04-2019)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
12-07-2018 |
12-07-2018 |
||||||
|
wijziging |
17-06-2014 |
25-06-2014 |
||||||
|
nieuw |
04-02-2010 |
19-03-2010 |
||||||
Opmerkingen
1) Ook gepubliceerd in Stcrt. 2018/233, gerectificeerd op 6 november 2018.
