Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage III

Bepaling van de minimaal noodzakelijke pompcapaciteit

De minimaal noodzakelijke pompcapaciteit dient te worden vastgesteld met gebruikmaking van de formule

met dien verstande dat de hoeveelheid verpompt water gemiddeld over de openingsuren van een dag niet minder mag bedragen dan 2,0 m3/zwemmer of bader. Hierin is:

Q = pompcapaciteit in m3/uur

I = de hoeveelheid water waarvoor het bassin is bestemd in m3.

T = maximaal aan te houden gemiddelde verblijfstijd van het water in het bassin in uren.

Voor bassins of gedeelten van bassins geldt:

  • T =< 1 uur bij een waterdiepte > 0,3 m

  • T =< 2 uur bij een waterdiepte 0,3-1,1 m

  • T =< 3 uur bij een waterdiepte 1,1-1,4 m

  • T =< 4 uur bij een waterdiepte 1,4-2,0 m

  • T =< 6 uur bij een waterdiepte > 2,0 m

Bij gebruik van ozon als oxydatiemiddel mag zowel de genoemde hoeveelheid van 2,0 m3/zwemmer of bader als de met de formule berekende pompcapaciteit door 1,2 worden gedeeld.

Informatie geldend op 09-03-2018

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(09-03-2018)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-12-2000

wijziging

01-11-2000

Stb. 2000, 482

01-11-2000

Stb. 2000, 483

01-11-1984

nieuwe-regeling

06-10-1984

Stb. 1984, 470

06-10-1984

Stb. 1984, 470