Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 5 [Geldend t/m 31-10-2009]

  • 1

    Het gebruik van een hefschroefvliegtuig moet zodanig geschieden, dat te allen tijde een veilige nood- of voorzorgslanding kan worden uitgevoerd, zonder dat daarbij personen of zaken op de grond of op het water in gevaar worden gebracht.

  • 2

    De eigenaar of houder van het hefschroefvliegtuig, is verplicht ten minste 24 uur voor de dag dat het heliterrein zal worden gebruikt dit voornemen schriftelijk aan Onze Minister en de korpschef van het Korps landelijke politiediensten, kenbaar te maken.

  • 3

    In de in het tweede lid bedoelde brief moet ten minste worden vermeld:

    • a.

      fabrikaat en type van het te gebruiken hefschroefvliegtuig;

    • b.

      datum/data en het vermoedelijke tijdstip waarop het heliterrein zal worden gebruikt;

    • c.

      de reden/redenen waarom het heliterrein zal worden gebruikt;

    • d.

      de gemeente waarin het betrokken heliterrein is gelegen, alsmede door middel van een kaart of een plattegrond, de geografische ligging van het terrein in die gemeente.

  • 4

    Bij dringende noodzaak, zulks ter beoordeling van Onze Minister kan van de in het tweede lid bedoelde termijn worden afgeweken. In dat geval dient de melding per telexbericht te worden gedaan, met dien verstande, dat in plaats van de in het derde lid onder d bedoelde kaart of platte grond, de lokatie van het terrein in geografische coördinaten in het telexbericht kan worden aangegeven.

  • 5

    Van de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het terrein moet voor het gebruik van dat terrein als heliterrein, toestemming zijn verkregen.

  • 6

    Door de burgemeester van de gemeente waarin het terrein is gelegen moet, voordat het terrein als heliterrein wordt gebruikt, in verband met de openbare orde en veiligheid een verklaring van geen bezwaar zijn verleend.

  • 7

    Vóór aanvang van de vlucht naar het heliterrein moet de gezagvoerder zich ervan vergewissen dat een verklaring van geen bezwaar van de burgemeester van de gemeente waarin het terrein is gelegen en van de eigenaar of zakelijk gerechtigde van het terrein, alsmede een afschrift van de in het tweede of vierde lid bedoelde brief of melding ter inzage aanwezig is.

Informatie geldend op 03-07-2015

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(03-07-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-11-2009

intrekking-regeling

18-12-2008

Stb. 2008, 561

30452

14-10-2009

Stb. 2009, 438

Alg. 1

01-01-1998

wijziging

17-12-1997

Stb. 1997, 726

11-12-1997

Stb. 1997, 581

Inwtr. 2

01-04-1994

wijziging

07-04-1994

Stb. 1994, 265

07-01-1994

Stb. 1994, 27

01-04-1994

wijziging

07-04-1994

Stb. 1994, 265

07-04-1994

Stb. 1994, 265

22-01-1989

nieuwe-regeling

14-10-1988

Stb. 1988, 511

14-10-1988

Stb. 1988, 511

Opmerkingen

  • 1) De artikelen IX, derde lid, XIV, XVIII, vierde lid, van Stb. 2008/561 bevatten overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.Besluit van rechtswege vervallen door het vervallen van de grondslag.

  • 2) Treedt in werking als de Derde tranche Algemene wet bestuursrecht in werking treedt.