Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 1 [Geldend t/m 31-12-2012]

  • 1

    In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • ADR: op 30 september 1957 te Genève totstandgekomen Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (Trb. 1959, 171);

    • afgedragen gewas: gedeelte van het gewas dat resteert aan het einde van de teelt, nadat de voor consumptie bedoelde delen van het gewas zijn verwijderd;

    • afgewerkte olie: afgewerkte olie als bedoeld in artikel 1 van het Besluit inzamelen afvalstoffen;

    • akkerbouw- of tuinbouwbedrijf met open grondteelt: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en die deel uitmaakt van een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het telen van akkerbouwproducten of tuinbouwproducten op of in de open grond;

    • ammoniakemissie: emissie van ammoniak, uitgedrukt in kilogram NH3 per jaar;

    • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is een vergunning te verlenen voor een inrichting als bedoeld in artikel 2;

    • bijlage: bij dit besluit behorende bijlage;

    • bodembedreigende stof: stof die de bodem kan verontreinigen als bedoeld in paragraaf 3.1 van deel A3 van de NRB;

    • compost: een product dat geheel of grotendeels bestaat uit één of meer organische afvalstoffen die met behulp van micro-organismen zijn afgebroken en omgezet tot een zodanig stabiel eindprodukt dat daarin alleen nog een langzame afbraak van humeuze verbindingen plaatsvindt;

    • composteren: omzetten van plantaardig restmateriaal en hulpstoffen in compost;

    • diercategorie: categorie dieren, bedoeld in bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij;

    • dierenverblijf: al dan niet overdekte ruimte waarbinnen landbouwhuisdieren worden gehouden;

    • dunne mest: mest die verpompbaar is en die bestaat uit faeces of urine van landbouwhuisdieren, al dan niet vermengd met mors-, spoel-, schrob-, reinigings- of regenwater;

    • gebruikt substraatmateriaal: materiaal van natuurlijke of kunstmatige oorsprong, nadat het is gebruikt voor het telen van gewassen los van de grond;

    • gemechaniseerd loonbedrijf: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en die deel uitmaakt van een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak agrarisch gemechaniseerd loonwerk, zoals cultuurtechnische werken, mestdistributie en grondverzet, en soortgelijke dienstverlening verricht;

    • gevaarlijke stoffen: stoffen, preparaten en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan;

    • huisvestingssysteem: gedeelte van een dierenverblijf, waarin landbouwhuisdieren van één diercategorie op dezelfde wijze worden gehouden;

    • kleinschalige veehouderij: inrichting, die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het houden van landbouwhuisdieren en waarin niet meer landbouwhuisdieren en geen andere categorieën landbouwhuisdieren worden gehouden dan genoemd in artikel 3, eerste lid;

    • maatwerkvoorschrift: voorschrift als bedoeld in artikel 8.42, eerste lid, van de Wet milieubeheer, inhoudende:

      • a.

        een beschikking waarbij het bevoegd gezag aanvullende eisen stelt; dan wel

      • b.

        een ontheffing waarbij het bevoegd gezag de daarbij aangewezen bepalingen niet van toepassing verklaart al dan niet onder het stellen van beperkingen of voorwaarden;

    • melkrundvee:

      • 1°.

        melkvee, dat overwegend wordt gehouden voor de melkproductie, met inbegrip van de dieren die in de mestperiode worden gemolken, tijdens de lactatie worden gemest of zijn drooggezet en worden afgemest;

      • 2°.

        vrouwelijk vleesvee ouder dan 2 jaar, dat op een met melkvee vergelijkbare manier wordt gehouden voor de vleesproductie en het voortbrengen en zogen van kalveren;

      • 3°.

        Vrouwelijk jongvee tot 2 jaar dat bestemd is om te worden gehouden als melkvee bedoeld onder 1° dan wel als vrouwelijk vleesvee bedoeld onder 2°;

    • melkrundveehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en die uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het houden van melkrundvee;

    • mestbassin: reservoir bestemd voor het bewaren van dunne mest, dat niet geheel of gedeeltelijk is gelegen onder een stal;

    • mestvarkeneenheid: rekeneenheid voor geuremissie, bedoeld in de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996, nr. DWL/96057153, uitgegeven door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    • object categorie I:

      • 1°.

        bebouwde kom met stedelijk karakter;

      • 2°.

        ziekenhuis, sanatorium en internaat, en

      • 3°.

        objecten voor verblijfsrecreatie,

    • object categorie II:

      • 1°.

        bebouwde kom of aaneengesloten woonbebouwing van beperkte omvang in een overigens agrarische omgeving;

      • 2°.

        objecten voor dagrecreatie;

    • object categorie III: verspreid liggende niet-agrarische bebouwing die aan het betreffende buitengebied een overwegende woon- of recreatiefunctie verleent;

    • object categorie IV:

      • 1°.

        woning behorend bij een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning of een algemene maatregel van bestuur aanwezig mogen zijn;

      • 2°.

        verspreid liggende niet-agrarische bebouwing;

    • object categorie V: woning, behorend bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning of een algemene maatregel van bestuur aanwezig mogen zijn;

    • paardenhouderij: inrichting, die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor het houden van paarden;

    • PGS 7: publicatie 7 in de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen, getiteld «Opslag van vaste minerale anorganische meststoffen», uitgave oktober 2007;

    • PGS 23: publicatie 23 in de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen, getiteld «Propaan, vulstations van butaan- en propaanflessen», uitgave juli 2005;

    • spoelbassin: voorziening bestemd voor de verwijdering van tarra van in de grond geteelde gewassen waarbij gebruik wordt gemaakt van een spoelmachine en een bezinkbassin;

    • stookinstallatie: stookinstallatie als bedoeld in het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties milieubeheer;

    • vaste mest: mest die geheel of gedeeltelijk bestaat uit faeces of urine van landbouwhuisdieren en die niet verpompbaar is, met uitzondering van compost;

    • vergunning: omgevingsvergunning voor een inrichting;

    • warmtekrachtinstallatie: stookinstallatie, bestemd voor het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht waarbij de warmte nuttig wordt aangewend;

    • vloeibare brandstof: lichte olie, halfzware olie of gasolie als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de accijns.

  • 2

    Onder objecten als bedoeld in het eerste lid, onderdelen v tot en met z, worden niet verstaan van een agrarisch bedrijf deel uitmakende kleinschalige terreinen die ter beschikking worden gesteld voor het plaatsen van enkele kampeermiddelen, waarbij onder kampeermiddelen worden verstaan onderkomens of voertuigen die bestemd of geschikt zijn voor recreatief nachtverblijf en die geen bouwwerk zijn in de zin van de Woningwet.

Informatie geldend op 18-02-2015

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(18-02-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-01-2013

intrekking-regeling

14-09-2012

Stb. 2012, 441

05-12-2012

Stb. 2012, 643

05-03-2011

wijziging

11-02-2011

Stb. 2011, 104

03-02-2011

Stb. 2011, 103

Inwtr. 1

01-10-2010

wijziging

25-03-2010

Stb. 2010, 144

10-06-2010

Stb. 2010, 231

13-05-2010

wijziging

10-04-2010

Stb. 2010, 177

10-04-2010

Stb. 2010, 177

Alg. 2

01-04-2010

wijziging

07-12-2009

Stb. 2009, 547

15-03-2010

Stb. 2010, 132

01-10-2009

wijziging

03-07-2009

Stb. 2009, 322

03-07-2009

Stb. 2009, 322

01-01-2008

wijziging

13-07-2006

Stb. 2006, 390

12-05-2005

Stb. 2005, 308

Inwtr. 3

06-12-2006

nieuwe-regeling

13-07-2006

Stb. 2006, 390

03-11-2006

Stb. 2006, 598

Opmerkingen

  • 1) Treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel A, van de Implementatiewet EG-kaderrichtlijn afvalstoffen in werking treedt.

  • 2) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

  • 3) Treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet op de openluchtrecreatie vervalt.