Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3 [Geldend t/m 15-04-2009]

  • 1

    De inspecteur-generaal is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat en het doorverlenen van zijn machtiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan de regionaal inspecteurs en de plaatsvervangend regionaal inspecteurs.

  • 2

    De inspecteur-generaal is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat en het doorverlenen van zijn machtiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan de directeur van de Kernfysische dienst en zijn plaatsvervanger, voorzover deze bevoegdheid betrekking heeft op de handhaving van de Kernenergiewet.

  • 3

    De inspecteur-generaal is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat en het doorverlenen van zijn machtiging, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan het hoofd Stafafdeling crisismanagement en zijn plaatsvervanger, voorzover deze bevoegdheid betrekking heeft op de handhaving van het Vuurwerkbesluit.

  • 4

    De uitoefening door de inspecteur-generaal van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, geschiedt bij schriftelijk besluit, met voorafgaande instemming van de algemene leiding.

Informatie geldend op 19-02-2015

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-02-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

16-04-2009

intrekking-regeling

Stcrt. 2009, 70

Stcrt. 2009, 70

24-06-2007

nieuwe-regeling

24-05-2007

Stcrt. 2007, 118

24-05-2007

Stcrt. 2007, 118