Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 3.15

  • 1

    Met betrekking tot dieren van de hierna genoemde soorten worden, onverminderd de artikelen 3.13, tweede, derde en vierde lid, en 3.14, derde lid, uitsluitend de volgende geweren en munitie gebruikt:

    • a.

      reeën: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 980 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt;

    • b.

      edelherten, damherten en wilde zwijnen: geweren met ten minste één getrokken loop en kogelpatronen van een kaliber van ten minste 6,5 millimeter voor getrokken loop waarvan de trefenergie ten minste 2.200 Joule op 100 meter afstand van de loopmond bedraagt.

  • 2

    Onverminderd artikel 3.14, tweede en derde lid, worden met betrekking tot konijnen en houtduiven uitsluitend gebruikt:

    • a.

      hagelpatronen waarvan de korrelgrootte van de hagel een doorsnede van 3,5 millimeter niet overschrijdt, of

    • b.

      kogelpatronen van een kaliber van .22 inch of 5,58 millimeter.

  • 3

    Met betrekking tot hazen, fazanten en wilde eenden worden, onverminderd artikel 3.14, tweede lid, uitsluitend hagelpatronen gebruikt.

Informatie geldend op 19-06-2021

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

  1. Besluit natuurbescherming
    artikel: 3.9

  2. Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet
    bijlage: bedoeld in artikel 1

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(19-06-2021)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

intrekking-regeling

16-12-2020

Stb. 2021, 22

01-01-2018

wijziging

04-12-2017

Stb. 2017, 502

04-12-2017

Stb. 2017, 502

01-01-2017

nieuwe-regeling

11-10-2016

Stb. 2016, 383

11-10-2016

Stb. 2016, 384