Om door Onze Minister te worden erkend, bevat het examen voor het gebruik van jachtvogels als bedoeld in artikel 3.30, tweede lid, tweede volzin, van de wet:
een theoretisch gedeelte, waarin wordt getoetst op kennis als bedoeld in artikel 3.18, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, 2°, 3°, 5°, 7°, 8°, 10°, 11° en 12°;
een praktisch gedeelte, waarin wordt getoetst op bekwaamheid in de omgang met jachtvogels.
Artikel 3.18, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
(19-06-2021)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
intrekking-regeling |
16-12-2020 |
|||||||
|
nieuwe-regeling |
11-10-2016 |
11-10-2016 |
||||||