Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage III Behorende bij artikel 6.3, tweede lid

Aanwijzing van categorieën inrichtingen ten aanzien waarvan de inspecteur in de gelegenheid wordt gesteld advies uit te brengen over het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning

In deze bijlage wordt verstaan onder:

  • a. productie-, verwerkings-, waterverdampings- of smeltcapaciteit:

    • 1°.

      in de omgevingsvergunning voor de betrokken inrichting omschreven productie-, verwerkings-, waterverdampings- of smeltcapaciteit, onderscheidenlijk

    • 2°.

      indien een omgevingsvergunning geen omschrijving als bedoeld onder 1° bevat: maximale productie-, verwerkings-, waterverdampings- of smeltcapaciteit van de in de betrokken inrichting opgestelde installaties en voorzieningen;

  • b.

    jaarproductie: totaal gerealiseerde productie over het kalenderjaar, voorafgaand aan het verslagjaar.

  • 1.

    Inrichtingen die behoren tot de categorieën inrichtingen, genoemd in bijlage I onder:

    2.6, onder b;

    5.3, onder b;

    6.2, onder a of b;

    7.4;

    8.2, onder a of b;

    9.3, onder g of h;

    11.3, onder c, onder 1°, 4° of 6°, of onder d;

    12.2, onder a;

    16.3, onder b;

    24.2;

    28.4, onder e of f.

  • 2.

    Pomp- en distributiestations ten behoeve van aardolie- of aardgaswinning die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 1.3, onder a, van bijlage I.

  • 3.

    Elektriciteitscentrales voor zover het betreft inrichtingen waarin brandstoffen worden verstookt in één of meerdere installaties, met in totaal een thermisch vermogen van 300 Mw of meer, waarbij onder thermisch vermogen wordt verstaan: warmte-inhoud van de maximale hoeveelheid brandstoffen die per tijdseenheid kan worden toegevoerd aan een stookinstallatie.

  • 4.

    Luchtvaartterreinen als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Luchtvaartwet, die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 1.3, onder c, van bijlage I .

  • 5.

    Inrichtingen voor het vervaardigen van:

    • a.

      organische chemicaliën,

    • b.

      anorganische chemicaliën, of

    • c.

      fosfaat-, stikstof- of kaliumhoudende meststoffen

    met een verwerkings- of productiecapaciteit van 100.000 ton of meer.

  • 6.

    Inrichtingen voor het vervaardigen van:

    • a.

      producten voor gewasbescherming en biociden,

    • b.

      farmaceutische producten, die via een chemisch of biologisch procedé tot stand komen, of

    • c.

      explosieven,

    met een verwerkings- of productiecapaciteit van 20.000 ton per jaar of meer.

  • 7.

    Inrichtingen bestemd voor het bewerken of verwerken van chemische producten, met inbegrip van elastomeren, peroxiden, alkenen en stikstofverbindingen, met een productiecapaciteit van 50.000 ton per jaar of meer.

  • 8.

    Bierbrouwerijen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 1.3, onder a of b, of onder 27.3, van bijlage I.

  • 9.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 9.3, onder a, van bijlage I met een waterverdampingscapaciteit van 250.000 ton per jaar of meer.

  • 10.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 9.3, onder i, van bijlage I met een productiecapaciteit van 25 ton per uur of meer.

  • 11.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 11.3, onder b, van bijlage I met een capaciteit van 100.000 ton per jaar of meer.

  • 12.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 11.3, onder e, van bijlage I met een smeltcapaciteit van 150.000 ton per jaar of meer.

  • 13.

    Inrichtingen voor de secundaire vervaardiging van non-ferrometalen of legeringen daarvan met een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer.

  • 14.

    Inrichtingen die behoren tot de categorieën inrichtingen, genoemd onder 12.2, onder b, c, e, f of g, van bijlage I met een productieoppervlak van 250.000 m2 of meer.

  • 15.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 12.2, onder d, van bijlage I met een productieoppervlak van 250.000 m2 of meer.

  • 16.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 12.2, onder h, van bijlage I:

    • voor het smelten van non-ferrometalen of legeringen daarvan met een productiecapaciteit van 15.000 ton per jaar of meer en een jaarproductie van 5.000 ton of meer,

    • voor het gieten van ijzer met een jaarproductie van 5.000 ton of meer, of

    • voor het gieten van non-ferrometalen met een jaarproductie van 4.000 ton of meer.

  • 17.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 12.2, onder i, van bijlage I met een productiecapaciteit van 100.000 ton per jaar of meer.

  • 18.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 13.3, onder a, van bijlage I met een jaarproductie voor het vervaardigen of assembleren van 10.000 of meer automobielen of motoren voor automobielen.

  • 19.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 13.3, onder b, van bijlage I, voor zover het betreft scheepswerven met een doklengte van 200 meter of meer, waar straal- of conserveringswerkzaamheden in de open lucht plaatsvinden.

  • 20.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 16.1, onder a, van bijlage I en die tevens behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 1.3, onder b, van bijlage I.

  • 21.

    Inrichtingen die behoren tot de categorie inrichtingen, genoemd onder 27.3 van bijlage I met een capaciteit van 250.000 inwonerequivalenten of meer.

  • 22.

    Inrichtingen waarin zich een verbrandingsinstallatie bevindt als bedoeld in artikel 12, tweede lid, eerste volzin, van richtlijn nr. 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 4 december 2000 betreffende de verbranding van afval (PbEG L 332).

  • 23.

    Inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015.

Informatie geldend op 08-04-2020

Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage

  1. Besluit omgevingsrecht
    artikel: 1.1, 6.3

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(08-04-2020)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2019

wijziging

22-05-2019

Stb. 2019, 194

22-05-2019

Stb. 2019, 194

08-07-2015

wijziging

25-06-2015

Stb. 2015, 272

25-06-2015

Stb. 2015, 272

01-10-2010

nieuwe-regeling

25-03-2010

Stb. 2010, 143

10-06-2010

Stb. 2010, 231