De subsidie die een subsidie-ontvanger ontvangt wordt bepaald door:
met elkaar te vermenigvuldigen:
het aantal kWh dat in elk kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt en waarvoor garanties van oorsprong zijn verstrekt die aantonen dat de producent met zijn productie-installatie voor hernieuwbare elektriciteit in het betreffende kalenderjaar een hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit heeft geproduceerd en op een elektriciteitsnet heeft ingevoed, met
het voor het betreffende kalenderjaar op basis van artikel 14 geldende gecorrigeerde fasebedrag of basisbedrag, en
de overeenkomstig onderdeel a berekende bedragen voor ieder kalenderjaar van de periode waarover subsidie wordt verstrekt bij elkaar op te tellen.
Het aantal kWh dat jaarlijks voor subsidie in aanmerking komt bedraagt ten hoogste het in de beschikking tot subsidieverlening vastgestelde maximum aantal kWh dat per jaar kan verschillen en dat gebaseerd is op het vermogen van de installatie en het aantal vollasturen. Indien de elektriciteitsprijs gedurende een bepaalde periode negatief is, kan het aantal kWh dat jaarlijks voor subsidie in aanmerking komt worden gecorrigeerd. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld in welke gevallen en over de wijze waarop deze correctie plaatsvindt.
Bij ministeriële regeling kan voor een categorie productie-installaties worden bepaald dat, indien in een jaar minder kWh is geproduceerd dan het aantal kWh dat het betreffende jaar voor subsidie in aanmerking komt, het verschil in kWh bij het aantal kWh dat het volgende jaar voor subsidie in aanmerking komt wordt opgeteld. Bij ministeriële regeling kan een maximum, dat per jaar kan verschillen, worden gesteld aan het aantal kWh dat opgeteld wordt bij het aantal kWh dat het volgende jaar voor subsidie in aanmerking komt.
Bij ministeriële regeling kan voor een categorie productie-installaties worden bepaald dat indien in een jaar meer kWh is geproduceerd of uit vorige jaren is overgebracht dan het aantal kWh dat het betreffende jaar voor subsidie in aanmerking komt, waarbij het verschil in kWh dat in een vorig jaar minder is geproduceerd ingevolge het derde lid reeds is opgeteld, het verschil in kWh bij het aantal geproduceerde kWh van het volgende jaar wordt opgeteld. Bij ministeriële regeling kan een maximum, dat per jaar kan verschillen, worden gesteld aan het aantal geproduceerde kWh dat opgeteld wordt bij het aantal geproduceerde kWh van het volgende jaar.
Bij ministeriële regeling kan ten behoeve van de berekening van het maximum aantal kWh, bedoeld in het tweede lid, voor een categorie van productie-installaties een maximum aantal vollasturen worden bepaald.
Indien een subsidie-ontvanger hernieuwbare elektriciteit opwekt met een bij ministeriële regeling aangewezen productie-installatie, wordt bij de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, ten eerste, opgeteld het aantal kWh dat in elk kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt en waarvoor garanties van oorsprong voor niet-netlevering, bedoeld in artikel 1 van de Regeling garanties van oorsprong voor duurzame elektriciteit zijn verstrekt die aantonen dat de producent met zijn productie-installatie in het betreffende kalenderjaar een hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit heeft geproduceerd en op een installatie heeft ingevoed.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2009
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2010
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2011
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2012
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2013
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2014
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2015
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2016
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2017
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2016
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2017
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie
artikel: 14b, 14a, 14c, 9, 14
Besluit stimulering duurzame energieproductie
artikel: 7, 67, 68, 74
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2008
artikel: 9
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2009
artikel: 8
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2010
artikel: 8
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2011
artikel: 40
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2012
artikel: 3
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2013
artikel: 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2014
artikel: 3, 5, 7, 9, 13, 15
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2015
artikel: 2, 3
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2016
artikel: 2, 3
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2017
artikel: 3
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2016
artikel: 2, 3
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2017
artikel: 2, 3
(23-10-2017)
|
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
|
wijziging |
14-03-2017 |
14-03-2017 |
||||||
|
wijziging |
27-01-2015 |
09-03-2015 |
||||||
|
wijziging |
18-11-2011 |
22-02-2002 |
||||||
|
t/m 01-04-2008 |
wijziging |
17-03-2009 |
17-03-2009 |
|||||
|
nieuwe-regeling |
16-10-2007 |
06-03-2008 |
||||||
Opmerkingen
1) Artikel II van Stb. 2017/108 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.